Mijn broer zit nog vast in Indonesië
Ik ben aan het duimen dat vandaag zijn vlucht écht zal vertrekken. Bijna twee weken geleden ging hij op vakantie, toen het coronavirus nog nauwelijks in Nederland te vinden was.
Spottend zei ik al tegen hem dat het wel een héél ander Amsterdam is waarin hij terugkomt. Dat dat terugkomen nog een heel lastig dingetje zou worden, daar had ik niet aan gedacht. Hij vloog met KLM, met een korte stop in Singapore, dat zou toch wel goedkomen? Maar toen werd die eerste vlucht geannuleerd. ‘Geen stress hoor,’ zei hij opgewekt, ‘wij hebben onze vlucht naar zondag verplaatst.’
Oké, gelukkig maar. Maar toen werd ook die vlucht op zondag geannuleerd. En toen bleek al heel snel dat er überhaupt geen vluchten van de KLM meer van Bali naar Amsterdam gingen. Maar eh, mijn broer dan? Hoeveel begrip ik ook had voor de vervelende situatie waarin de KLM zich bevond, ik heb enorm op ze gescholden toen ik twee uur lang de ingesprektoon kreeg.
Als alles goed gaat — en ik hoop het zo — zit hij vanmiddag in het vliegtuig. Geen blauwe van de KLM, maar eentje van Emirates met een overstap in Dubai. Tot nu toe lijkt het goed te gaan, maar ik ben er pas gerust op als hij weer met beide voeten op Nederlandse bodem staat. Het zijn echt zulke rare tijden nu, en dan heb je je familie het liefst in de buurt. Op minstens anderhalve meter afstand, dat dan wel. Maar absoluut niet op een ander continent.