Mijn broer houdt nog steeds zijn hand op bij onze vader

Als Laura op bezoek is bij haar vader ziet ze een nieuw schilderij hangen en dan weet ze meteen dat haar broer weer om geld gebedeld heeft.

 

 

 

‘Als ik de woonkamer van mijn vader binnen loop zie ik het schilderij al hangen, maar ik doe net of het mij niet opvalt. ‘Mooi he?’ zegt mijn vader terwijl hij de lijst met zijn hand denkbeeldig recht hangt. Maar het is helemaal niet mooi en ik weet al wie het gemaakt heeft en waarom het hier in de kamer hangt, maar ik houd wijselijk mijn mond.

 

Mijn broer noemt zichzelf beeldend kunstenaar. Na zijn middelbare school ging hij naar de kunstacademie, maar daar werd hij na twee jaar weggestuurd omdat hij niet voldoende talent zou hebben. Tegen beter weten in probeert hij sindsdien al jaren om met zijn schilderijen een bestaan op te bouwen. Dat vond ik vroeger heel stoer want toen woonde hij anti-kraak in Amsterdam en zou hij de wereld gaan veroveren. Ik was daar best van onder de indruk en ik droomde met hem mee. Maar inmiddels zijn we vijftien jaar verder en is zijn carrière als succesvol kunstenaar niet van de grond gekomen. Blijkbaar wil niemand zijn werk aanschaffen.

 

Om hem toch van een inkomen te voorzien “koopt” mijn vader af en toe werk van hem en betaalt daar dan in mijn ogen belachelijke bedragen voor. Al een aantal jaar gaat dat zo en kan mijn broer prima leven en zijn vaste lasten betalen, maar in wezen krijgt hij het geld zonder dat hij daar ook maar iets voor hoeft te doen.

 

Dat vind ik niet eerlijk want sinds de dag dat ik klaar was met mijn opleiding werk ik hard om mijn eigen boontjes te doppen. Intussen doet mijn broer gewoon waar hij zin in heeft. Bovendien zorgen de geldbedragen die hij regelmatig van Pa toegestopt krijgt niet dat hij zich eens achter de oren krabt om zijn financiën beter op orde te krijgen. Misschien moet hij tot de conclusie komen dat hij toch echt te weinig talent heeft en daarom niet van zijn kunstwerken kan leven en maar eens een gewone baan moet gaan zoeken. Het irriteert me mateloos dat hij nog steeds zijn hand ophoudt en dat zet onze relatie dan ook aardig onder druk.

 

Mijn vader doet net of hij dat niet in de gaten heeft, en nu ik dit nieuwe schilderij zie weet ik dat er weer een fiks bedrag naar mijn broer is overgemaakt. Mijn vader heeft best een mooie spaarpot en ook het huis waar hij in woont is helemaal afgelost, dus na zijn dood kunnen mijn broer en ik een aardig bedrag verdelen. Alleen vind ik dat al het geld dat mijn broer de afgelopen jaren al heeft ontvangen van zijn deel afgetrokken moeten worden, anders is het unfair naar mij. Want het zou mij niet verbazen als het inmiddels om een aanzienlijke som gaat.  

 

Ik heb al een paar keer geprobeerd om dit bij mijn vader ter sprake te brengen maar dan zegt hij dat hij niet van plan is om een verdeling te maken. Hij houdt van ons allebei even veel en daarmee is wat hem betreft de kous af. Ik snap heus wel dat vader zelf moet weten wat hij met zijn geld doet, maar ik wil graag dat hij weet hoe ik me daarover voel. Alleen heb ik geen idee hoe ik dit aan hem uit moet leggen zonder hebberig over te komen.’