Meneer Pastoor
Voorbehoedsmiddelen zijn ook in 2021 nog steeds een heikel onderwerp voor de Kerk, net als vroeger.
Ik heb het hier al vaker over grote gezinnen gehad. Zo vertelde ik dat zowel mijn moeder als mijn vader deel uitmaakten van een gezin met zeven kinderen, heel gewoon bij katholieken in die tijd. De reden voor die kinderrijkheid is, afgezien van het gebrek aan voorbehoedsmiddelen, eigenlijk helemaal niet zo aangenaam.
Hoe meer katholieke kindertjes, hoe groter het aandeel katholieken in de maatschappij. En, vonden meneer kapelaan, meneer pastoor, meneer bisschop, meneer kardinaal en meneer paus, daarmee zou die maatschappij steeds beter worden. Zelf deden zij, zoals bekend, niet mee aan deze verder zo noodzakelijke bevolkingsgroei; erger nog, als een priester een kind krijgt, betekent dat nu nog steeds meteen het eind van diens priesterschap.
Ach, Wim Kan zei al: ‘Als je de sport niet beoefent, moet je je ook niet met de spelregels bemoeien.’
De extreemrechtse beweging in Nederland die in ons land een geheel blanke dan wel witte bevolking wil, propageert om die reden dat witte vrouwen zo veel mogelijk kindjes krijgen.
De SGP heeft in zijn laatste verkiezingsprogramma staan dat (gereformeerde) gezinnen met vier kinderen of meer een bonus van 1000 euro zouden moeten krijgen. Kees van der Staaij draaide er desgevraagd niet omheen. Hij wil graag meer SGP-aanhangers in Nederland.
Je kent ongetwijfeld de verhalen dat vroeger meneer pastoor zelfs op gezinsbezoek kwam om te informeren of er wel voldoende kinderwens aanwezig was. Toen mijn zus vier jaar oud was en ik twee kwam ook bij ons in Amsterdam de pastoor langs om mijn ouders duidelijk te maken dat twee kinderen echt te weinig was voor de toekomstige verspreiding van het geloof en dat, nu de jongste twee was, er echt aan uitbreiding gedacht – en gewerkt – zou moeten worden.
Bij dit incident heb ik van twee dingen grote spijt: ten eerste dat ik pas twee was en ik me zijn bezoek dus niet zelf kan herinneren, en ten tweede dat wij toen op één hoog woonden en niet hoger.
Mijn vader werd namelijk zo boos op deze ongenode gast die zich bemoeide met wat zeer persoonlijke aangelegenheden zijn, dat hij meneer pastoor niet alleen de deur uitwerkte, maar hem in zijn woede daarbij ook zo’n harde zet gaf, dat deze hoogwaardigheidsbekleder, struikelend over zijn gewaad, de trap afrolde.
Hij is niet teruggekomen.
Door: Rob Versteeg