Stoer dat je meedoet
Een paar jaar geleden was May één van de kandidaten van De Slimste Mens. Een korte terugblik.
‘Stoer dat je meedoet.’ Dat waren de laatste woorden van Bart Molsbergen, redacteur van De Slimste Mens aan wie ik zojuist mijn kandidaatschap voor De Slimste Mens had bevestigd.
Dat voorjaar was me al gevraagd om tegenover Philip Freriks en Maarten van Rossem plaats te nemen, maar toen kon ik mijn ijdelheid wentelen in het danken voor de uitnodiging en wegduiken voor deze uitdaging. Precies in die periode stonden de opnames voor Holland’s Next Top Model gepland, dus daar kwam ik even makkelijk mee weg.
De redactrice van dienst probeerde het nog een keer. Of ik de allerlaatste opnamedag kon inschuiven. Maar ook toen kon ik mijn jetlag (ik zou de dag ervoor landen uit LA) en het weerzien met mijn drie bloedjes van kinderen inzetten om deze opname te ontduiken.
Maar ik zat in de kaartenbak, dus een paar maanden later werd ik weer gemaild. Door een alleraardigste jongen (Bart dus) die ik gewoon niet kon weigeren. Ik vind De Slimste Mens een heel leuk programma en ik vind het ook jammer dat er zo weinig vrouwen aan mee durven doen. Ik bedoel; het heet wel De Slimste, maar eigenlijk gaat het erom wie het meest weet van de meest uiteenlopende zaken. De bijnamen van de Spice Girls en de tien gevaarlijkste verslavende middelen volgens de Jellinek-kliniek zijn een eitje. Alle landen die grenzen aan China was dan net weer even iets lastiger.
Afijn, ik zeg dit natuurlijk allemaal om mezelf in te dekken. Net zoals ik een groepje om me heen heb verzameld van mensen die er na één ronde uitlagen. Michiel van Erp, Cornald Maas en zelfs Matthijs van Nieuwkerk vlogen er na één ronde uit. Mocht dat gebeuren, dan ben ik in goed gezelschap.
Ondertussen bestaat mijn leven uit het spelen van de app van De Slimste (ik speel gemiddeld een potje of zeven simultaan met verschillende types) en uit het ’s nachts wakker schieten en bedenken: ‘Er was iets belangrijks. Oh god, De Slimste.’ Daarna vraag ik standaard aan mijn lief of ik het kan maken om af te zeggen. Zo gaat het elke nacht weer.
En nu is het bijna zover. Morgen ga ik naar de slachtbank. Ik krijg er zowaar bijna zin in. Al is het maar omdat het dan voorbij is. Tenminste, als ik er na één ronde uitkieper. Anders kan het zomaar nog twee weken duren. ‘Stoer dat je meedoet.’ Ik geloof dat dat het eufemisme van het jaar is.
Oh jongens. Waar ben ik aan begonnen?
Beeld: Lidian van Megen
Beeld: Lidian van Megen