May-Britt is niet echt een drammer

 

May-Britt is in principe redelijk volgzaam en makkelijk. Maar als ze iets echt wil, en ze denkt dat dit goed is voor Flo, dan is ze niet te stoppen…

 

 

Ik ben geloof ik niet echt een drammer. Misschien zette ik mijn appartement wat abrupt te koop toen grote liefde en ik hadden besloten om te gaan samenwonen, maar verder. Vrij volgzaam. Tot mei vorig jaar. Ik was op reis met vakvriendinnen. We spraken over leven en liefde en ineens wist ik wat ik moest doen. Het had gevolgen voor iedereen. Maar het moest.

 

Na het copieuze diner klapte ik op mijn hotelbed mijn laptop open. De gordijnen gingen niet dicht. Dit wilde ik doen met uitzicht op de sterren. Op de Griekse zee. Een lang formulier diende ingevuld te worden. Dat deed ik uitgebreid en toegewijd. Dit moest lukken.

 

Dat ik ons had aangemeld voor een hondje. En een aanbetaling had gedaan. Hij zuchtte. Lachte. Dat we het al druk genoeg hadden. Dat hij natuurlijk degene zou zijn die ‘er’ de hele tijd mee zou moeten wandelen. Dat het wel mee zou vallen. Dat moederhond voorlopig nog niet eens zwanger was. Sterker, ze moest eerst maar eens loops worden. Genoeg tijd om aan het idee te wennen.

 

Er is geloof ik nog nooit zo reikhalzend naar een menstruatie uitgekeken, schreef ik de fokker. Er is geloof ik nog nooit zo hard gelachen om een e-mail van een aanstaande klant, was haar antwoord.

Elke week werd me de vraag gesteld. “Mama, is het hondje al zwanger?” Elke week was mijn antwoord gelijk. “Nee, liefjes. Een zwangerschap laat zich niet sturen.”

 

Het was tijdens een vergadering. Op maandagmiddag. Het duurde me net iets te lang, zoals wel meer me net iets te lang duurt op maandag, dus mijn duim danste naar Whatsapp. Een bericht. Het bericht. Moeder Lola was zwanger. Met als alles goed ging, een pup voor ons in haar buik.

 

 

Bel danste, Iggy glom en Flo vroeg om foto’s. Die kwamen er op 6 november. Twee reutjes en twee teefjes zagen het daglicht. Belangrijke boodschap: de fokker koos de pup, niet wij. Zij kende hen het best per slot. Ik had het niet meer met haar eens kunnen zijn. Juist daarom had ik haar zoveel ik kon verteld. Over ons. Over Flo.

 

Het kraambezoek vond ik spannend. Zouden we goed genoeg zijn? Zouden de meisjes het echt leuk vinden? Wat als ze na vijf minuten vroegen om mijn telefoon? Zou de fokker ons alsnog het stempel ‘niet betrokken genoeg’ geven? Of zou Flo te wild doen met de verse hondenbaby’s? Flo was nerveus. De route was onbekend. Ze wilde naar huis. 

 

Elk hondje was schattig, maar deze… Die was speciaal. Een neusje alsof ze ermee in de poedersuiker had gesnuffeld, een staartje dat met het puntje in de melkkan gedoopt leek. Dit hondje. “Een dotje”, zei Flo. Na een uur knuffelen, spelen en lachen (“ze bijt in mijn rok, mama, ze bijt in mijn rok!”) moesten we gaan. Alle vier gezinnen gingen richting gang. Dat de fokker gauw zou laten weten wie welke pup kreeg toegewezen. Of ik een momentje had, vroeg ze. Oh jee, zie je wel: niet goed genoeg, flitste er door mijn hoofd. Ik wist het wel.

 

“Zeg eens even”, ze boog naar me toe, “welke vind je het leukste? Ik wil bij jou dat het echt gaat lukken. Voor Flo.” 

 

-wordt vervolgd-

 

 

 

 

May-Britt Mobach is hoofdredacteur van Amayzine.com, voor Franska.nl schrijft ze over haar bijzondere gezin.

Fotografie: Esmee Franken, visagie: Linda van Iperen, haarstylist: Mandy Huijs