Lover or loser

 

‘Haai’, fluistert hij, terwijl hij in mijn hand knijpt en me iets te lang aankijkt. ‘Er heerst hier een heel chille vibe’, zegt hij daarna.

 

 

 

‘Nou, daar ben ik erg blij om’, antwoord ik. Ik heb geen idee wat hij met zijn chille vibe bedoelt, maar ik neem voor het gemak maar aan dat het een compliment is. Het klinkt in elk geval niet alsof hij iets afkeurt.

 

Ik ken hem nog niet zo goed, maar hij komt mee met een vriendin. Ze hebben ‘iets’. Eerst alleen maar een fling, maar in the end is die fling gedevelopt tot een true relationship, legt hij uit. Tot een bond, verduidelijkt hij nog even.

 

‘Men, men, wat een mazzel’, antwoord ik dom. Want zet mij naast een Amsterdammer en ik ga je in plat Amsterdams de oren van je kop lullen. Pleurt mij naas een Rotterdammer en ik schakel moeiteloos over in het Rotjeknors. En plaats mij in Twente en ik ga meteen met je mee om ‘brommers te kiek’n’.

 

Nou, nee… dat loatste is nie woar. Ik ga niet met je mee om te zoenen, want dat is wat men er oorspronkelijk mee bedoelde. Maar wat ik ermee probeer te zeggen is dat ik al snel met je meepraat in je eigen dialect. En ik spreek uitstekend Nederlands, goed Engels, behoorlijk Duits, en een stevig robbertje Frans… maar dit? Dat “Nederlands” van nu? Ik kan er geen kant mee op.

 

‘Game je veel?’ vraagt de lover van mijn vriendin als hij mijn tv ziet staan.

 

‘Gamen?’ stotter ik. ‘Ik kijk gewoon televisie op dat ding. Is dat raar?’

 

‘O-maai-kotttt,’ roept Flingie (ja, zo noem ik hem maar, omdat ik zijn naam alweer moedwillig ben vergeten), ‘stream jij niet? Kijk jij gewoon nog tievie?’

 

Hey dude, relax!’ roep mijn vriendin dan. Ze krijgt langzaam door dat er iets verkeerd gaat.

 

‘Ik ben niet zo’n gamer,’ leg ik nog netjes uit, ‘ik gebruik mijn computer überhaupt alleen maar voor werk. Ben altijd een beetje bang voor hackers en spammers. Vin’k nie cool’, dik ik nog effe smooth aan.

 

‘Überhaupt?’ roept mijn vriendin dan, terwijl ze naar me knipoogt. En ik begrijp haar.

 

‘Wat smilen jullie naar elkaar?’ roept Flingie dan weer. ‘Hebben jullie een private chat, just with the two of you?’ En inmiddels gaan mijn haren echt rechtovereind staan. Pffff, wat een…

 

Lucky you’, zei ik nog tegen mijn vriendin toen ze vertelde weer iemand gevonden te hebben. En ik was voor haar van plan om er (weer) helemaal in mee te gaan, net als bij al haar vorige flingen, flongen en flungen.

 

Maar bij deze komt er een change of plans. Want deze ga ik er eigenhandig uitwerken. Opzouten met je slappe gelul! Hier spreken we Nederlands, we sloven ons niet uit, en we kijken niet bij binnenkomst meteen neer op mensen die hun televisie gebruiken om tv te kijken.

 

En ik kende hem ergens van!

 

F.. off’, wilde ik dus roepen. Maar dat paste natuurlijk niet in dit straatje. Dus ik vroeg beleefd of hij koffie wilde.

 

Love coffee’, antwoordde hij.

 

‘Oehhh, die heb ik nou nét niet in huis’, riep ik vanuit de keuken, waar ik heel hard om mezelf moest lachen toen ik bij de smaakjes stond. Maar ik heb me verder beheerst.

 

Keep calm’, fluisterde ik tegen mezelf, en ik heb hem daarna niet meer gevraagd of hij een doppio, ristretto, lungo, affogato, cappuccino of latte wilde. Hij krijgt bij mij alleen nog coffee-to-go. Punt.

 

Ik kwam hem namelijk last week ook al tegen bij een ex-collega. Ineens wist ik het weer!

 

Had ie ook al een fling mee. Maar dat is ie denk ik alweer vergeten.

 

En van mijn vriendin gaat deze hunk – zoals hij zichzelf bij die ex-collega toen noemde -dus mooi afblijven.

 

No way dat ik mijn bestie door hem ga laten dissen.

 

Loser!

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke