Lola had een huilbaby
‘Het is nog maar kort geleden dat ik de gedachten van toen aan mijn dochter opbiechtte.’
‘Bij tijd en wijle kwam het oude schuldgevoel weer boven. De gedachten die ik had toen mijn dochter nog een baby was. Ik had dit kindje zo ontzettend graag gewild! En toen bleek het ook nog eens een meisje te zijn! De zwangerschap verliep probleemloos. De bevalling liep op rolletjes. Ze was er en ze was gezond en prachtig en lief en de hoofdprijs. Het begon toen ze twee weken oud was. Het huilen waar geen einde aan kwam. Ze huilde ’s ochtends en ’s avonds en vooral ’s nachts en de hele nacht door. Ik was ervan overtuigd dat er iets mis was. Had ze pijn? Was ze bang? Had ze honger? Het consultatiebureau zei dat ik me niet zo druk moest maken want dan zou ik mijn onrust op de baby overdragen.
Na een paar maanden ging ik naar de huisarts. Ik zat daar huilend met mijn huilende baby omdat ik het niet meer wist. De huisarts kon niets vinden. Mijn kindje was gezond, maar had ik misschien een postnatale depressie, vroeg hij zich af. Na heel erg aandringen kreeg ik een verwijsbrief voor de kinderarts. Toen we daar terecht konden was mijn dochtertje bijna vijf maanden. Ik was ten einde raad en volledig uitgeput. Maar ook de kinderarts kon geen aanwijsbare oorzaak vaststellen, behalve dat huilbaby’s helaas echt bestaan en ook dat het huilen op een gegeven moment vanzelf minder zou worden en over zou gaan. Geduld dus mevrouw. Geduld! Wat me zou helpen is als ik mijn baby af en toe een nachtje kon uitbesteden zodat ik wat slaap kon pakken. Mijn moeder had het inmiddels een paar keer geprobeerd. Als het echt niet anders kon mocht ik haar kleindochter nog wel een keer brengen.
Soms was ze even stil. Dan keek ik naar haar en werd ik vervuld van geluk omdat ik dan even kon voelen dat ik echt wel van mijn kindje hield. Maar als het huilen weer begon, dat eeuwige huilen dat door merg en been ging… Ik was zo aan het einde van mijn latijn dat ik overwoog haar op zolder te leggen, haar alleen thuis te laten en een hele dag de hort op te gaan, een kussen op haar hoofdje te drukken zodat ik het huilen niet meer hoefde te horen. Vooral die laatste gedachte heeft me jarenlang achtervolgd.
Ze is inmiddels achttien. Het huilen stopte toen ze bijna een jaar was. Zomaar van de ene op de andere dag had ik een ukkepuk die stil was, lachte, ging lopen en ging brabbelen alsof ik het huilen en wat dat met me had gedaan, had gedroomd. Het is nog maar pas geleden dat ik het van mezelf moest opbiechten. Dat ik zo moe en radeloos was dat ik weleens heel nare gedachten had tijdens haar eerste levensjaar.
‘Joh mam, maak je niet druk,’ zei ze. ‘Ik denk dat ik het niet alleen zou denken maar echt zou doen. Een kind dat de hele dag huilt, dat trekt toch niemand? Troost je maar met de wetenschap dat ik me er helemaal niets meer van herinner. En tussen denken en doen zit nog altijd een wereld van verschil, toch?’’
‘Misschien heb je dit artikel al eerder gelezen op Franska.nl. Omdat we blijven groeien willen we deze mooie verhalen ook graag delen met onze nieuwe lezeressen.’
Er is veel over te vertellen, over moeders en dochters. Daarom hebben we er een reeks van gemaakt waarin elke week andere moeders en/of dochters aan het woord komen. Allemaal met relaties waar we ons aan kunnen spiegelen, in kunnen verdiepen, over kunnen verbazen, van kunnen genieten en van kunnen leren.
Heb jij een moeder-dochterverhaal dat je wilt delen? Dat kan ook anoniem. Als je mailt naar info@franska.nl onder vermelding van ‘moeders en dochters’ nemen wij contact met je op.