De oogst van Lisette?
Lisette: Het is geweldig om je eigen groenten te eten.
Maar ja, dat schuldgevoel…
Wij hadden een moestuin, omdat ik dat graag wilde. Toen ik het volkstuincomplexje zag in het dorp waar ik woon, werd ik meteen verliefd – achter het kerkhof, tussen weilanden met grazende paarden, en met de ondergaande zon aan de einder.
Een moestuin is hip, en het is natuurlijk ook geweldig om je eigen groenten te eten. Er gaat niets boven zo’n zonnige tuin met zoemende insecten, vol frisse sla en knapperige boontjes. Maar ik vraag me af of mensen wel weten wat voor gevoelens er allemaal nog meer bij komen kijken.
Zoals daar is: het typische moestuinschuldgevoel.
Ten eerste moet je alsmaar fleurige plantjes uittrekken, in je moestuin. Plantjes die heel graag willen groeien en die vaak ook schattige bloemetjes maken, maar die er niet mogen zijn. Dat heet wieden. Eigenlijk bestond negentig procent van het werk dat ik in de moestuin deed uit het ruw uittrekken van plantjes die heel graag willen groeien. Die andere tien procent bestond uit het voorzichtig uittrekken of afknippen van planten die graag verder hadden willen groeien: dat heet oogsten.
Eén weekje vakantie, en je treft tien kilo
ontplofte courgettes aan
Ten tweede levert het ook een schuldgevoel op als je niet genoeg plantjes-die-er-graag-willen-zijn ruw uittrekt, want dan raakt je moestuin overwoekerd. Als je te lang wacht met gras, bijvoorbeeld, heeft het al gebloeid en zaad gezet. Bij elke handvol bloeiend gras die je uittrekt, laat het gillend van de lach z’n piepkleine zaadjes vallen: ‘Haha, jij denkt dat je me uittrekt, maar ik ben alleen maar mezelf aan het uitzaaien!’ Die zaadjes wachten rustig op het volgende regenbuitje.
Ten derde zijn er vaak ineens enorm veel planten die je NU moet opeten. Eén weekje vakantie eind van de zomer bijvoorbeeld, en je treft tien kilo ontplofte courgettes aan die je maar moet zien te verwerken, of uit te delen onder de buren. En wat moet je met een bed vol frisse, fleurige groenlof? Dat is zo bitter dat we het maar af en toe op ons bord wilden hebben. Dus dat stond daar maar te staan.
Ik was echt dol op onze moestuin. Maar we hebben hem toch opgegeven, dit jaar.
Nu nog iets verzinnen voor dat knagende schuldgevoel over het opgeven…
Lisette Thooft noemt zichzelf ‘lijf- en schrijfcoach’. Ze schrijft al jaren voor vrouwenbladen en spirituele tijdschriften en is auteur van 17 boeken over persoonlijke ontwikkeling. Daarnaast is ze singer-songwriter, in opleiding tot rebalancer, moeder en grootmoeder.