Filmpjes van jezelf maken
En toen stond Lisette ineens met een selfiestick in haar hand tegen haar telefoon te praten…
Eerlijk gezegd ben ik niet zo dol op internetfilmpjes, vooral niet op filmpjes met pratende hoofden die me iets vertellen. Want ik denk meestal: schiet nou maar op, dit snap ik wel, wat wil je nou zeggen? Sowieso kijk ik eerst even hoe lang het filmpje duurt en als het langer is dan drie minuten begin ik er niet eens aan.
Maar als je geen filmpjes maakt, tel je niet mee. En ik wil natuurlijk wel graag meetellen. Bovendien weet ik dat ik leuk ben op filmpjes, al zeg ik het zelf. Fotogeniek ben ik niet, maar filmgeniek wel. Dat heb je als je heel veel beweegt met je gezicht: dan zijn foto’s vaak een beetje raar, maar als het beeld beweegt, is het grappig. Kwestie van zelfkennis.
Dus opwaarts in de vaart der volkeren: ik schreef me in voor de workshop Kickstart Your Video van De Videovakvrouw, Elisabeth Griffioen. Acht vrouwen zaten daar die filmpjes wilden leren maken. Ik was verreweg de oudste en ik voelde me echt een omaatje. Vooral toen we ineens met een selfiestick in onze hand stonden en voor de vuist weg een praatje moesten maken, voor een oefenfilmpje. Ik, die zonder blikken of blozen voor volle zalen sta te praten, ik die voor de duvel en z’n ouwe moer niet bang ben, ik bleek ineens bevangen door camera-angst. Giechelend en hakkelend.
Je moet niet naar jezelf kijken als je een filmpje maakt van jezelf, maar naar dat piepkleine duistere oogje op je telefoon, de camera. Dan kijk je op het filmpje de kijker recht in de ogen. Logisch. En toch: wat is dat lastig om te onthouden. De neiging om toch naar je eigen hoofd te kijken op het scherm, of je haar wel goed zit, of je ouwe nek niet te zichtbaar is, of het licht wel goed valt, enzovoort… is enorm.
Filmpje weggegooid, nog een keer oefenen. Mijn telefoon saboteerde: die ging roepen dat er geen ruimte meer beschikbaar was. Dus het werd een ultrakort oefenfilmpje, midden in een zin afgebroken.
Maar wat bleek – de techniek snapte ik eigenlijk best. Aan het eind van de workshop stond er iets op mijn scherm. Iets grappigs. Niet voor het publiek geschikt, maar wel een bewijs dat ik het kan. In principe.
Het enige wat ik nu nog nodig heb is een nieuwe telefoon, met meer opslagruimte. En een selfiestick. En een microfoontje dat ik aan mijn kleren kan klemmen. En zeeën van tijd. Wat zeg ik, oceanen van tijd. Genoeg tijd om te oefenen, te klungelen, te prutsen, fouten te maken en het opnieuw te proberen.
Dus ik stel het nog even uit, het filmpjes maken. Maar ik ga het echt doen hoor.
Lisette Thooft noemt zichzelf ‘lijf- en schrijfcoach’. Ze schrijft al jaren voor vrouwenbladen en spirituele tijdschriften en is auteur van 17 boeken over persoonlijke ontwikkeling. Daarnaast is ze singer-songwriter, in opleiding tot rebalancer, moeder en grootmoeder.
www.lisettethooft.nl