Franska.nl

Onze Carolien Griep, die lief en soms leed met je deelde op Franska.nl schreef een boek. ‘Lieve Facebook-vrienden, ik heb borstanker.’ May-Britt vertelt je haar belangrijkste lessen. 

Bij mijn eerste baan in bladenland zat ze tegenover me. Pluizige haartjes en zachte wangen en minstens een keer per uur proestten we van de lach. Onze paden scheidden en kruisten elkaar weer. Maar ineens was Griep (zo heet ze) ziek. En dat was geen griepje. Nee, Griep had kanker. Het was serieus. 

Inmiddels zijn de pluizige haartjes weer terug en kunnen we gelukkig weer voluit lachen, zoals we dat altijd hadden gedaan. Van de pruik nam ze afscheid en ze verwelkomde een boek: ‘Lieve Facebook-vrienden, ik heb borstkanker’. En Caroline is geen type dat er doekjes om windt. Recht zo die gaat, dat is onze Griep. 

Dat boek dus. Dat zuigt je naar binnen. Dat ga je natuurlijk kopen en lezen en cadeau doen aan mensen die er behoefte aan hebben. Maar voor nu trakteer ik je vast op 10 wijze lessen uit een van de hoofdstukken waar je misschien nog wel het meeste aan hebt. Want wát moet je doen als een dierbare te grazen wordt genomen wordt door dat monster dat kanker heet? Ik vul haar tips trouwens ook aan met wat persoonlijke ervaringen die ik (helaas) heb geleerd van andere vriendinnen die met die rotziekte te maken hebben gehad.

1.     Geef aandacht 

Bloemen, cadeautjes, kaartjes… Geef ruim en veel en vaak. Maar bel niet de hele tijd. Het is al zo vermoeiend en het laatste waar je op zit te wachten is om iedereen de hele dag over jezelf bij te moeten praten. Laat het contactmoment aan de ander.

2.     Verwacht geen antwoord of bedankjes

Deze geldt trouwens ook voor verse moeders. Weet dat de ander echt, heus, oprecht heel blij was met je kaart, maar het leven is even dubbel zwaar voor haar. Dus niet boos worden als ze niet meteen een blij appje stuurt of lang met je bellen. Echt, ze houdt van je. Jij hebt dat bedankje niet nodig om dat te weten.

3.     Zeg dit nooit

Niet gaan beginnen over die andere vriendin, die hetzelfde had en waar het uiteindelijk helaas toch niet goed mee afliep. En misschien ook maar niet zeggen dat je zoveel mensen kent bij wie het wel goed is afgelopen, want met zo’n opmerking kun je het verdriet en de angst van de patiënt ook onbedoeld kleineren. 

4.     Zeg dit ook niet

Bijna iedereen zegt: ‘Je kunt me altijd bellen’ of: ‘Als er iets is, bellen hoor!’. Maar dat doe je in de praktijk toch niet want het aanbod is te groot om er echt gebruik van te durven maken. Aan Caroline Griep vroeg iemand: ‘Wat heb je nodig?’ Dat was concreet, waardoor ze iets echts durfde te vragen. Nou, een wekelijks ritje naar haar fitnessclub in het ziekenhuis, dat had ze nodig. En dat werd hun gezamenlijke uitje. 

5.     Vraag of je iets voor haar kunt doen als je op bezoek bent

De patiënt (vreselijk woord trouwens) zal het zelf niet vragen maar als jij voorstelt om even haar bed op te maken of het water van de bloemen te verversen, dan maak je de ander daar zo blij mee. Anders is een bezoekje te vermoeiend, nu heeft de zieke er iets aan.

6.     Een kookrooster

Hoe heerlijk als er elke dag een vers maaltje voor je staat? Je vrienden zullen het zo fijn vinden iets concreets voor je te kunnen doen, zodat jij geen boodschappen hoeft te doen en te koken. Én je wordt elke dag verwend met iets lekkers, want iedereen doet natuurlijk graag stinkende z’n best voor jou.

7.     Vertel ook

Ook al is de zieke echt hartstikke ziek, dat betekent niet dat ze jouw probleempjes niet wil horen. Waarschijnlijk vindt ze het heerlijk om te luisteren naar dat gedoe met die irritante collega of je vervelende puberkind.

8.     Ga samen

Alleen als de zieke het een geslaagd idee vindt; het kan ook fijn (of in ieder geval gezelliger) zijn om samen naar chemo te gaan. Ondertussen even samen een serie kijken en een beetje bijkletsen. Maak er maar iets van.

9.     En dan nog iets

Behandel de patiënt niet al te voorzichtig. Ze is dan misschien wel ziek, maar gek is ze niet. Dus ga er ook vanuit dat ze zelf weloverwogen haar beslissingen neemt en ga niet steeds in twijfel trekken of ze wel bij de goede arts is enzovoort. Als zij er een goed gevoel bij heeft, dan heb jij dat ook.

10. Heb geduld

Als de ander genezen is, is het nog niet voorbij. Voor veel vrouwen begint dan juist het zwaarste deel. Er valt zoveel weg in je leven (de kookclub, de aandacht, de bezoeken aan het ziekenhuis) en ineens zit je daar nog totaal verzwakt met een lege agenda, met allemaal mensen om je heen die weer overgaan tot de orde van de dag. Wees je daar bewust van en zet die kookclub nog maar even lekker voort.