Leuk bedacht, maar nooit meer doen
Ik vind dat ik het aller-allerleukste werk ter wereld heb, namelijk schrijven! Toch denk ik dat niet iedereen het met me eens is.
Sowieso mijn lichaam niet. Na inmiddels ruim acht jaar fulltime schrijver, copywriter, tekstgodin of hoe je het ook noemen wilt te zijn, is mijn lichaam standaard in protest. Met name mijn nek, schouders en onderrug vinden er wat van. En mocht je het je afvragen: ja, ik heb zo’n ontzettend verantwoorde stoel en op maat gemaakt bureau. Elke 45 minuten hobbel ik braaf een kwartiertje door het huis. Ik zet thee of heb een diepgaand gesprek met de cavia’s. En nog steeds zit mijn lijf elke maand weer helemaal in elkaar.
Dat moet anders, dacht ik een paar jaar geleden
Ik was wel klaar met die eeuwige pijn in mijn nek. Na wat rondshoppen vond ik mijn ding. Een bepaalde spier-release-methode waarbij je hersenen opnieuw het signaal krijgen dat spanning losgelaten mag worden. Helemaal top. Als ik dat regelmatig doe in combinatie met mijn yogalessen, wandelen en de standaard werkdagdingen gaat het goed.
Tot mijn massagemeneer dus op vakantie ging. Maar liefst zeven weken zat meneer in een zonnig oord. Nou, helemaal prima natuurlijk, de beste man werkt er hard genoeg voor. Ik dacht dat ik die weken met wat extra rust, rekken en strekken wel door zou komen.
In week 3 merkte ik al: nee, dat gaat me dus helemaal niet lukken
Ik startte mijn werkweek als 40-jarige en eindigde de werkweek met het fysiek van een inactieve tachtiger. En na verloop van tijd stártte ik mijn werkweek zelfs als 80-jarige. Oef, niet best dus.
Dan ben ik van de praktisch en bedenk ik een plan. Toen ik van de winter op Bali was heb ik zo’n beetje elke dag een massage gehad. Heerlijk vond ik dat en daar is het nog te betalen ook. Ik weet dat mijn lichaam erg gevoelig is, dus ben ik altijd heel voorzichtig met wie ik aan mijn lijf laat zitten. Maar omdat Bali zo’n goede ervaring was, durfde ik een Oosterse massage hier ook wel aan.
Al tijdens de massage dacht ik: uh-oh, dit gaat niet goed mensen!
Het deed pijn. En dan bedoel ik echt ik-ga-bijna-van-mijn-stokje-pijn. Ik had tegen de, overigens heel lieve dame, al gezegd: ‘Ik heb een gevoelig lichaam, doe het maar niet te hard.’ Nou weet ik niet hoe hard ze tekeer was gegaan als ik dit niet had gezegd, maar ze kneep zo’n beetje de vezels van mijn armspieren via mijn neus naar buiten.
‘Het doet zeer, mag het iets zachter?’ vroeg ik. Het vrouwtje zei vriendelijk en beslist: ‘Yes pain, good good.’ Oftewel: het is goed als het pijn doet. ‘Ik kneed al je spieren los,’ legde ze uit. ‘Nu maak ik een begin, dan moeten we de spieren rust geven en kom je over een week terug. Dan voel je je echt beter.’
Nog dezelfde avond kreeg ik koorts
Niet heel dramatisch, 38,3, maar toch, koorts. Slapen lukte niet. Mijn lijf was helemaal in paniek, hoge hartslag, overal pijn en tintelingen. Ik kon nog geen leesboek vasthouden zo zeer deed het. Ach, dacht ik nog nuchter, dat zal morgen wel weer beter zijn. Maar de volgende dag was het helemaal niet beter. En de drie dagen erop ook niet. Ik had vreselijk veel pijn, kreeg spontane angstaanvallen, sliep slecht, was hondsmoe en kon me totaal niet focussen.
‘Wat heb jij gedaan?!’
Roept mijn massageman, die inmiddels terug van vakantie is. ‘Je hebt nog nooit zoveel stress in je lijf gehad!’ Ik knik verongelijkt. ‘Tja, zo’n Oosterse massage leek een goed idee, maar met mijn gevoelige lijfje… echt nooit meer.’