Maar een servet doet meer met je dan je denkt. Zo zou de kleur van een servet invloed hebben op hoe je eten smaakt. En je zou eigenlijk per gerecht even moeten wisselen van kleurtje, als je het professioneel wilt aanpakken.
Een okergeel of lichtoranje servet zorgt ervoor dat je je groenten lekkerder vindt smaken. Okergeel werkt ook goed bij vis: het maakt je mond helemaal klaar voor die smaken, als je die kleur alleen al ziet. Donkergrijze servetten zorgen ervoor dat je al het eten met een lichte kleur frisser en fijner vindt smaken. Lichtblauw is niet bepaald handig als je gasten hebt, want het laat je eten wat zouter smaken.
Je kunt ook handige trucjes toepassen: roze servetten zorgen ervoor dat alles zoet smaakt. Perfect voor bij het toetje, dus. Niet zo dol op roze? Rode servetten werken ook prima bij het dessert – rood geeft die warme en zachte vleug die een nagerecht wel kan hebben.
Zo gek is het overigens niet; kleuren hebben nu eenmaal een psychologisch effect op mensen, al gaat dat vaak onbewust. Zo maakt groen je bij het eten rustig, ontspannen en relaxed. Oranje maakt je energiek en blij, zwart straalt aan de eettafel juist luxe en klasse uit. Rood is goed voor de romantiek en blauw werkt dan weer prima voor familiegelegenheden. En wit dan, wat we toch wel heel vaak aan tafel zien? Dat is een slimme keuze, omdat je zo de focus hebt op wat er op de borden ligt. En laten we niet vergeten dat het juist daarom gaat, hè. Anders sta je je zo voor niets uit te sloven in de keuken.
