Kringloopgelukjes
Ik hou van de kringloop. Hier in Nederland, maar al helemaal in Frankrijk, of Engeland. Wat je daar al niet voor vondsten kunt doen. Och hemeltjelief, zo prachtig allemaal.
Maar goed, terug naar kringloopschatten op eigen bodem. In de buurt waar ik woon heb je dus drie heel leuke kringloopwinkels waar ik als het even kan iedere week wel even naar binnen glip om schat te zoeken. Want ja, zo voelt dat echt. Tussen de enorme berg zooi – toegegeven, er ligt ook wel echt ontzettend veel meuk – vind ik dus soms een heuse schat. En dan ben ik als een kind zo blij. Voor mij is een goede, mooie kringloopwinkel dan ook net een snoepwinkel.
Waar ik dan zoal naar speur? Servies, met name. Inmiddels heb ik een kast (ook vintage, zo’n oude Franse servieskast waarvan de verf een beetje vervaagd is) vol staan. Porseleinen kopjes met de mooiste beschilderingen, antieke borden met lieflijke bloemetjes, glazen van kristal en van die oude schaaltjes met een gebloemd randje. Tafeldekken heb ik inmiddels tot kunst verheven en als mensen bij ons komen eten is het eerste wat ze vragen: waar heb je dat servies vandaan?
Bij elkaar gesprokkeld dus. Het hoeft allemaal niet zo perfect. Ik vind het juist leuk als spullen een verhaal hebben. Bij elkaar wordt het toch altijd wel een mooi geheel.
Waar ik ook zo blij van word zijn mooie rieten manden, die lekker stevig zijn gevlochten. Zo goed koop je ze niet meer nieuw tegenwoordig. Of een zilveren kandelaar die er na een poetsbeurt met zilverpoets weer als nieuw uitziet. Een tafeltje of ladekastje dat met een lik verf zo in een dure woonwinkel kan. Een vergeeld tafelkleed dat na een nachtje weken in de bleek weer kraakwit is, een houten hobbelpaard, een verweerde spiegel of een schilderijlijst.
Kijk, je moet het thuis wel een beetje mixen en matchen zodat je eigen huis niet op een kringloopwinkel gaat lijken. Zolang je dat doet kun je naar hartenlust blijven schatzoeken.