Kom niet in m’n zone
Ken je dat? Je staat in de rij om je pakketje op te halen en iemand staat een behoorlijk pietsie te dicht op je. Of je staat in een lift die al overvol is en er wil nog iemand mee.
Dan gaan mijn nekharen overeind staan. Ik haal even diep adem en kijk naar boven. Het enige dat ik dan 1000 keer denk is: ‘Je staat in mijn zone.’ Of in mijn aura, zo je wil.
Ik ben er niet zo van, vreemde mensen die te dicht in m’n buurt komen. Gek genoeg ben ik wel enorm aanrakerig als ik je ken, op het irritante af zelfs. Maar o wee als een vreemde te dicht in m’n zone komt. Die mep ik er het liefst stantepede weer uit.
Maar da’s lastig hè, want onbeleefd. Als het me toch weer eens gebeurt, schuifel ik meteen zo onopvallend mogelijk een stukje naar voren. Maar als ik pech heb denkt de persoon die ik nou net niet in de buurt wil hebben dat dit het teken is dat ie ook een beetje op mag schuiven. Terwijl dat echt niet de bedoeling is.
Nu met het coronavirus vind ik het helemaal lastig. De smetvrees heeft in mijn hoofd genadeloos toegeslagen en iedereen die al naar me kijkt krijgt ‘de blik’ van me. Die van ‘maak dat je wegkomt, of ik ga gillen’.
Minutieus scan ik mijn omgeving op bacillen en als ik iemand zie snotteren dan loop ik er met een boog omheen. Ik ben zelfs in staat om uit de ellenlange rij voor de kassa te stappen als ik iemand hoor hoesten. En ik vind het gewoonweg niet te doen als ik achter mijn rug gesnotter hoor.
Inmiddels werk ik thuis omdat onze redactie ook gesloten is. Maar nu al, na een dag, vind ik er geen klap meer aan. Weg gezelligheid van leuke collega’s om me heen.
Buiten rond mijn huis is het uitgestorven dus even met iemand een gezellig kletspraatje maken is er niet meer bij. Dat wordt wel ongezellig zo. Als dit de komende weken zo doorgaat verlang ik straks misschien wel naar een vreemde in de rij bij de supermarkt om mee te babbelen. En merk ik dat het eigenlijk best wel leuk is om met z’n tweeën in mijn zone te zitten…