Kliederen met bodylotion

 

Ik heb ruzie met een pompje. Ja, ik weet het, je kunt ook ruzie hebben met je zusjes, je partner, je vrienden, kennissen, klasgenoten of buren, maar dát heb ik allemaal niet.

 

 

 

Nee, ik heb gewoon ruzie met een pompje.

 

Ik heb voor mijn verjaardag een bodylotion gekregen die niet in een tubetje zit, of in een potje, maar in een… nou jaaaa… hoe raad je het?!

 

En dat pompje, daar zit dus een spuitmondje op dat in eerste instantie maar niet wilde spuiten. Omdat het een nogal dure smurrie is die in dat flesje zit, hebben ze vast en zeker de pompjes beveiligd tegen het leegspuiten van het flesje in de winkel al. Logisch natuurlijk. Om te voorkomen dat iemand het even uitprobeert – of erger: dat iemand zichzelf even lekker helemaal invet in de winkel – zit er een soort beveiliging op dat tuutje.

 

Tenminste, dat denk ik als ik sta te hannesen met dat drukknopje waar helemaal niets uitkomt wanneer ik erop duw. Of althans: ik probeer erop te duwen, maar zelfs dát lukt niet. Het kraantje, dat op het spuitmondje zit, beweegt namelijk geen ene millimeter. Maar het lijkt me toch echt de bedoeling dat dat naar beneden zakt om de lotion omhoog te pompen en dan…

 

Nou, ja… draaien dan maar? … Even proberen…

 

En ja hoor! Daar zakt het spuitstukje dan toch een millimeter of twee het dopje in. Dus daar moet het ‘m in zitten! Nog even draaien en schudden dus, en dan een beetje rammelen en trekken, en daar zakt uiteindelijk het volledige staafje in de ronding die daarvoor bedoeld is en zit mijn hele houten kastje onder de bodylotion.

 

Gadver! Snel de kast schoonvegen en het spul dan… ja… wat zal ik ermee doen? Zal ik het weggooien? Of zal ik het dan toch maar meteen over mijn armen en benen verdelen. Het is namelijk hartstikke duur spul. En ik moet toch een beetje rekening houden met het feit dat degene die mij dit cadeau heeft gedaan daar heel hard voor heeft moeten werken. Ik zit dus al lekker in het vet als ik het flesje weer wil oppakken en het dan uit mijn handen laat glibberen. Gelukkig is het geen glazen flesje maar een plastic exemplaar, en verder dan een piepklein deukje aan de onderkant lijkt het niet te zijn gekomen. Pfff. Gelukkig.

 

Of, nou ja… buiten het feit dan dat de vloer nu ook helemaal onder zit. Maar dat smeer ik wel even op mijn handen en in mijn hals.

 

En dan trek ik me terug. Om het spul te laten intrekken, maar ook omdat ik nog meer te doen heb vandaag. Ik besteed dus even geen aandacht meer aan mijn dure bodylotion, tot ik de volgende dag gedoucht heb en weer oog in oog kom te staan met het gevallen pompje. Ik druk erop, en weet nog even niet wat er precies gebeurd is tijdens de val van gisteren, maar het pompje spuit nu ineens ongeveer naar de overkant van de straat. De hele muur zit dus onder, en mijn tas en mijn schoenen ook. En de buurvrouw moet straks haar ramen lappen, denk ik, maar dat moet ik nog even checken.

 

Maar eerst ga ik iets anders doen. Eerst ga ik even een verlanglijstje maken voor mijn volgende verjaardag.

 

En mag ik dan alsjeblieft een goedkope pot crème? Zo eentje waarvan je het dekseltje opendraait en er dan snel een klodder uit kunt vissen? Ik ben gewoon niet geschikt voor al dat chique, dure spul.

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke