De eerste maanden troostte ik mezelf met de gedachte: het is maar tijdelijk. Maar dat denk ik niet meer.
Trouwe lezertjes van mijn blogs weten het al, want ik schreef er eerder over (‘Wat ik leerde van mijn scheiding’): toen ik besloot bij mijn man weg te gaan, verhuisde ik noodgedwongen van een ruime eengezinswoning in het groen naar een appartementje van 56 vierkante meter in de binnenstad. Want je krijgt geen hypotheek meer van de banken op je 65e zonder vet pensioen. Had ik even geen rekening mee gehouden.
Update: nog steeds sta ik geestelijk, zeg maar, te tollen op mijn benen. Want het pakte zó anders uit dan ik had gedacht. Eerlijk is eerlijk, in mijn hart vond ik het toch een blamage. De eerste maanden troostte ik mezelf met de gedachte: het is maar tijdelijk, over een tijdje heb ik vast weer een echt huis. Maar dat denk ik niet meer.
Elke avond haal ik de kussens van de bank, klap ik de achterkant neer, veeg ik de kattenharen weg en maak ik mijn bed op. Elke ochtend haal ik het hele bed weer af en wordt het bed weer een bank. Als iemand me vorig jaar had vertel dat dit mijn toekomst was, zou ik hebben gedacht: wat een armoe, te sneu voor woorden. Maar wat blijkt? Ik doe het gewoon, het is helemaal geen probleem. Het bed slaapt heerlijk en er is ruimte genoeg voor mij en de kat.
Klein wonen in je eentje blijkt ongelooflijk comfortabel te zijn. Het huishouden is in een oogwenk gedaan en alles blijft staan waar ik het neerzet. In een klein huisje gaat de wet van de schaarste heersen: hoe minder je hebt, hoe kostbaarder het wordt in je ogen.
Alles wat hier staat, vind ik prachtig, bijzonder, lekker, mooi. Ik heb zelfs nog steeds te veel spullen, merk ik. Waarom bezit ik bijvoorbeeld acht soepborden? Er komen echt nooit zeven mensen bij mij soep eten. Familiefeestdagen vieren we tegenwoordig bij mijn kinderen, of buitenshuis. Helemaal je eigen territorium, dat naadloos bij je past – hoe fijn kun je het hebben? Het lijkt wel of er meer vaart in mijn leven zit, meer schwung, alsof ik niet meer word gehinderd door iets waarvan ik niet eens wist dat het me hinderde. Alsof ik onhandig in veel te grote kleren heb rondgelopen en nu ineens mijn eigen maat gevonden heb. Het zal mijn eigen ritme zijn.
Ik blijf hier, hoor. Maar raar vind ik het nog steeds.
Door: Lisette Thooft
Lisette Thooft is rebalancer en noemt zichzelf ‘lijf- en schrijfcoach’. Ze schrijft al jaren voor vrouwenbladen en spirituele tijdschriften en is auteur van 18 boeken over persoonlijke ontwikkeling. Daarnaast is ze moeder en grootmoeder
Leestip
Heb jij de kerstboom al staan?
Heb jij de kerstboom al staan?
Nee joh, dat kan toch pas na Sinterklaas? 57%, 4 votes
4 votes57%
4 votes
Mij niet gezien, ik houd niet van kerst. 43%, 3 votes