Ik word vals beschuldigd door de buurvrouw
Marit woont sinds een paar maanden in een nieuw huis waar ze het erg naar haar zin heeft. Maar dan wordt ze door haar buurvrouw vals beschuldigd.
‘Aan het begin van de lente zijn we verhuisd. Na jaren op een dubbele bovenwoning hebben we nu eindelijk een huis met een tuin. Heerlijk vind ik het om met mijn handen in de aarde te wroeten en in de loop van de maanden steeds weer nieuwe planten in bloei te zien komen.
Onze buurvrouw heeft een kater die onze tuin blijkbaar ook als zijn territorium ziet, want ik zie hem regelmatig op het dak van mijn schuurtje in de zon zitten. Op zich is dat geen probleem natuurlijk, maar dat hij in mijn tuin zit te poepen vind ik gewoon smerig. Ik grijp regelmatig in de kattenpoep als ik nieuw groen in de borders wil zetten. Ook laat hij overal geurvlaggetjes achter en dat vind ik ook niet prettig, want die penetrante geur ruik ik als ik in de tuin aan het werk ben en dat is bijzonder vervelend.
Begrijp me niet verkeerd hoor, ik ben echt wel een dierenvriend, maar ik wil gewoon geen last hebben van het huisdier van een ander. Ik had al een paar keer aan de buurvrouw gevraagd of ze ervoor wilde zorgen dat haar huisdier niet in mijn tuin komt, maar dan lachte ze alleen maar schamper en zei ze dat ik dan voortaan mijn ramen en deuren dicht moest houden, want ze loopt niet als een politieagent achter haar huisdier aan. Dus ik moest het maar slikken dat dat beest voor overlast zorgt, daar kwam het eigenlijk op neer. Dat is toch echt de omgekeerde wereld.
Het werd nog veel vervelender want een paar weken geleden is de kater van de buren in een onbewaakt ogenblik mijn huis binnengeslopen. De schuifdeur stond open en zo is hij via de trap naar boven geklommen. Pas toen ik boven op de zolder iets hoorde zag ik daar de kat van de buren miauwen. Blijkbaar zat hij daar al een tijdje want het stonk er verschrikkelijk naar kattenpis. Boos heb ik het beest naar buiten gejaagd en meteen geprobeerd om de trapbekleding schoon te maken. Maar die vieze ammoniakgeur kreeg ik er maar niet uit.
De buurvrouw hield vol dat het haar kater niet kon zijn, want die zou nooit een vreemd huis binnenlopen. Maar ik was toch zeker niet achterlijk, het was haar kater die mijn huis zat te bevuilen, waarom zou ik daar over liegen? Echt, ik werd doodmoe van die vrouw.
En nu stond ze gisterenavond opeens op mijn voordeur te bonzen. Helemaal buiten zinnen gilde ze naar me dat ik haar huisdier had vermoord. Ik begreep totaal niet waar ze het over had, maar ze bleef maar naar me wijzen en roepen dat ik een moordenaar ben. De buurvrouw vertelde huilend dat ze haar kater schuimbekkend in zijn mand gevonden had en ze was meteen naar de dierenarts gereden. Die constateerde dat de kater ergens door was vergiftigd en gaf medicijnen mee in de hoop dat die zouden helpen. Maar aan het einde van de middag verslechterde de situatie en was de kater overleden.
Ik kon zeggen wat ik wilde maar de buurvrouw blijft erbij dat ik de kater iets heb gegeven waar hij aan dood is gegaan. Het lijkt wel of ik in een slechte film ben beland, deze hele situatie is werkelijk te bizar voor woorden. Ja, de kater bezorgde mij een hoop overlast en ik vond het maar een stom beest. En natuurlijk vind ik het heel zielig dat de kater zo aan zijn einde is gekomen. Maar het is werkelijk bespottelijk dat de buurvrouw denkt dat ik haar huisdier iets aan zou doen…’