Jammeren over het pijnlijke borstonderzoek? Hou op!

 

Ook weer gehad vandaag: de gang naar de ‘borstenbus’. Gisteren las ik de petitie van bijna vijftigduizend vrouwen die het onderzoek veel te pijnlijk vinden.

 

 

Zij willen een ander soort onderzoek, zodat ze niet meer hoeven te huilen na afloop.

 

Tsja. In die petitie zie ik woorden staan als ‘martelgang’, ‘met grote kracht platgedrukte borsten, die nog weken pijnlijk en beurs zijn’, en hoe vrouwen zich schamen voor de huilbuien die op het onderzoek volgen.

 

Nou nou, is het echt zo erg? Pijnbeleving is voor iedereen anders, dat realiseer ik me, maar waar hebben we het over? Je moet gewoon snel doen wat de laborante zegt en dan is het zo gepiept. Martelgang? Echt niet. Wekenlang beurs en pijnlijk? Al helemaal niet. Een huilbui? Ook niet. En ik bezit echt wel flinke prammen. Cup D. Bovenal ben ik blij dat we onderzocht worden. Grátis. We mógen. Het hoeft niet, het mág. Ik zou er zelfs voor zijn om de leeftijdsgrens met tien jaar te verlagen, in plaats van te jammeren over hoe verschrikkelijk pijnlijk dat onderzoek is.

 

In de bus gaat het zoals altijd, behalve nu de mondkapjes en handen wassen. De laborante haalt me uit het verkleedhokje en daar gaan we dan. Ze manoeuvreert me in de juiste posities: links, rechts, en nog een keer dezelfde riedel om de foto’s van opzij te maken. ‘Niet bewegen!’ zegt ze steeds. ‘Daar komt ie hoor!’ waarschuwt ze. Dan roept ze: ‘Gáát het nog? HOU VOL, HOU VOL!’ Door dat ‘hou vol’ zou je kunnen denken dat je iets angstaanjagends meemaakt. Maar verdikkeme, petitie-ondertekenaars, er wordt hier gewerkt aan je gezondheid! Van een paar seconden een wat onaangenaam, drukkend gevoel krijg je echt geen kanker, zoals sommige mensen beweren, en wie het woord ‘martelgang’ gebruikt, weet niet wat martelen echt is. Ik weet dat ook niet, maar martelen associeer ik met praktijken zoals vierendelen, de duimschroeven aandraaien, nagels uittrekken en waterboarden, dat soort enge dingen. Dit onderzoek zorgt ervoor dat we er, mochten er onregelmatigheden in onze borsten gevonden worden, (meestal) op tijd bij zijn. Daarbij vallen, wat mij betreft, de luttele seconden tussen die platen in het niet. Zou ik in een land geboren zijn waar de borstenbus een onbekend verschijnsel is, en pas aan de bel trekken bij een zwerende borst (helaas wel een bekend verschijnsel in ontwikkelingslanden), dan ging ik onherroepelijk dood. Ik hoop dat ik over twee jaar nog een keer word opgeroepen. Na je 75e niet meer. Dan is het zaak om zelf je borsten goed in de gaten te houden. Mijn moeder was veel te laat, in 1983. Toen hadden we die bussen nog niet. Nu wel. Laten we alsjeblieft onze zegeningen tellen.

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel