Tineke’s kat was kwijt en ze vreesde het ergste…

 

Hij bleef maar weg… En ik kon roepen in het donker, fluiten in de nacht, rinkelen met de sleutels, rammelen met zijn voerbak en rondjes lopen tot ik een ons woog; er kwam géén Jaap.

 

Het is weer bijna kerst en dan komt het dus wéér naar boven. Ik zet de boom op en de rillingen lopen dan weer over mijn rug. De kerstboom staat namelijk in de erker. En als ik daar dan naar buiten kijk, zie ik die ellendige struik ook weer staan. Misschien moet ik hem maar weghalen, zodat deze nare herinneringen dan wegblijven, denk ik vaak.

 

Hoewel die struik er natuurlijk niets aan kan doen. En in de zomer vind ik hem ook gewoon mooi en geniet ik er volop van. Maar zodra de bladeren weer gaan vallen, is het er weer. Dan realiseer ik me dat we alwéér een jaar verder zijn en komt het schuldgevoel ook weer naar boven.

 

Ik dacht toen namelijk dat ik iets slims had gedaan, maar had me totaal niet gerealiseerd dat zoiets ook heel erg slecht zou kunnen aflopen. Hij kwam namelijk elke avond gewoon naar binnen, zodra ik met de sleutels rammelde. Maar toen dus ineens niet meer.

 

Jaap! Onze kat die een kapitaal kostte aan halsbandjes die ’s morgens werden omgedaan – waarna hij permissie kreeg om naar buiten te gaan – en die ’s avonds dan weer werden afgedaan wanneer meneer naar binnen kwam om te gaan slapen. Ging al jaren goed zo, bij elke kat die hier kwam wonen.

 

Maar bij Jaap liep altijd alles anders. Jaap had altijd wat, en kwam elke avond trouw naar huis maar deed dat ineens twee keer in de week zonder zijn halsbandje. Terwijl hij jarenlang hetzelfde bandje had gedragen, kon ik nu ineens tweemaal per week naar de winkel voor een nieuwe. Kostte me dus een heleboel geld, en daar ben ik niet zo van. Ik vermoedde eigenlijk dus stiekem dat iemand er lol in had om hem steeds af te doen, ofzo. Die spaarde misschien wel kattenbandjes. Of misschien was het iemand die ze verkocht en zichzelf op die manier door de crisis heen wilde helpen. Je weet het niet, hè?

 

Maar ik weet nog wel dat ik het plotseling hartstikke zat was! En dat ik toen dus een constructie had bedacht waardoor het bandje nooit meer zou kunnen worden afgedaan zonder dat er een sleuteltje aan te pas kwam. Het zat muurvast, en alleen ík zou het nog kunnen openen wanneer Jaap ’s avonds thuiskwam. Punt!

 

Toch vond de rest van mijn gezin dat behoorlijk dom, en kwam Jaap (tot overmaat van ramp) toen niet meer naar huis. Dat opengaan van zo’n bandje had namelijk een functie, werd me uitgelegd. Als hij dan onder een schutting zou doorkruipen die te laag was, kon hij niet vast blijven zitten omdat het gewoon zou openspringen.

 

‘Hmmm. Was hij dan met dat andere bandje nooit ergens aan blijven hangen, ofzo?’ kaatste ik terug. ‘Want dat had ie toch jarenlang omgehad?’

 

Maar Jaap bleef ondertussen wel weg! En ik kon roepen in het donker, fluiten in de nacht, rinkelen met de sleutels, rammelen met zijn voerbak en rondjes lopen tot ik een ons woog; er kwam géén Jaap.

 

Nou deed Jaap dat zomers ook weleens, maar in de winter eigenlijk nooit. Temeer door zijn enorme angst voor vuurwerk en het feit dat dat spul hier in december veelvuldig wordt afgestoken. In januari tot en met november trouwens ook wel, maar dan alleen rond middernacht. Veel mensen denken hier dat je verjaardag niet geslaagd is als je de buren niet hebt laten schrikken bij aanvang van je geboortedag. Maar dat is weer een ander verhaal en daarover een andere keer. Jaap lag meestal rond die tijd wel veilig in zijn stoel en kon dan lekker even in zijn nekje krabben, omdat zijn halsbandje dan in de vensterbank lag.

 

Alleen toen dus al een tijdje niet!

 

Hij zou toch niet bij iemand naar binnen zijn gegaan? Of in een schuur zijn opgesloten? Of inderdaad ergens onder een schutting geklemd zitten met dat net iets te dikke halsbandje? Ik liep me al dagen zorgen te maken en schuldig te voelen.

 

 

Tot ik dus de kerstboom ging optuigen en naar buiten keek …

 

Want toen zag ik – in die struik die zomers zo mooi in blad staat, maar ’s winters nogal kaal is – iets bungelen. Ik slikte en zag het meteen. O, gut, het was Jaap! Hij zat vast met zijn bandje aan een dikke uitloper. En hij hing zo raar slap dat ik meteen wist dat dit de meest verschrikkelijke kerst van mijn leven zou gaan worden. Er is bij anderen ook wel “gedoe” rond die tijd – en ik ken de verhalen over de sfeer die soms hangt rond zo’n kerstdis ook wel – maar ik wist zeker dat er van mijn familie dit jaar niemand aan mijn kant zou staan als hierover gepraat zou gaan worden. En ik wist ook dat ik dit jaar geen hap door mijn keel zou krijgen door het verdriet en het schuldgevoel dat zich onmiddellijk door gans mijn lijf verspreidde. Ik eet sowieso al weinig vlees, maar het gevogelte dat dit jaar op het menu stond, zou ik ook gaan laten schieten. Of, nou ja… dat heeft de supermarkt dan al voor me gedaan, maar dat is weer een andere discussie. Laat ik hier niet nog meer dierenleed toevoegen aan de enorme hoeveelheid die ik zelf al had veroorzaakt.

 

Ik liet alle ballen vallen, hoorde mezelf door de glasscherven stappen, voelde het bloed door mijn sokken lopen en rende volkomen in paniek naar buiten naar de struik. Daarbij trok ik helaas wel de hele kerstboom omver, omdat ik met het touwtje van mijn sweater aan een tak was blijven hangen.

Nou… en toen was het feest dus wel compleet. Toen was het in tien seconden van een soort constante ruis van onrust veranderd in een enorme chaos in mijn hoofd, hart en huiskamer.

 

Bovendien hoorde ik mijn man ook nog keihard schreeuwen.

 

‘Hé, doe eens rustig!’ riep hij. ‘Je hebt een nachtmerrie en misschien moeten we maar even naar beneden gaan voor een kopje thee.’

 

Pffff….

 

En toen ik beneden kwam, lag daar dus Jaap. Gewoon in zijn stoel! Hij was die avond, na drie héél lange nachten van afwezigheid, gelukkig weer thuisgekomen. Met zijn bandje nog om. Dat wel! Maar dat heb ik toen meteen maar weggegooid.

 

Hij komt dus nu weer regelmatig thuis met een kaal nekje, en dat geeft niks. Ik ben al blij dat hij er nog is en ik ga hem dit jaar maar eens extra verwennen met kerst. Iets wat ik dus elk jaar denk als ik de boom ga optuigen en de struik weer zie staan door het raam in de erker.

 

Heeft Jaap even mazzel!

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke