Ja zo is het ook

 

Het kan verkeren. Discussie met een vakman, die het (natuurlijk) beter weet dan ik. 

 

 

 

Maar toch…

 

‘Ja, zo is het ook’, roep ik steeds. Maar eigenlijk ben ik het er helemáál niet mee eens.

 

Ja maar, nee maar, ja maar… wacht eens, denk ik dan. Ik ben hier de klant hè. Ik betaal, dus ik bepaal!

 

We zitten midden in de laatste fase van diverse verbouwingen, en er zijn een aantal zaken die we echt niet zelf kunnen. We zijn er te oud, te langzaam en te onhandig voor. We zijn inmiddels dus dik bevriend met de hoofdaannemer, die hier al jaren over de vloer(en) komt en de meeste klussen ook naar volle tevredenheid uitvoert. Maar voor wat kleinere zaken hebben we nog weleens wat andere krachten nodig. Mensen die dan vaak weer anderen inhuren, die soms nóg weer een ander inhuren, en ik maar betalen voor al die tussenstappen. Pfffff.

 

Dus daar steek ik tegenwoordig een stokje voor. Ik wil hier alleen nog mensen in huis (en tuin) die ook echt werken. Mensen met wie ik om 7.00 uur ‘s morgens koffie drink, en daarna gaan ze aan het werk tot 09.30 uur, en dan drinken we wéér koffie. Ik zorg voor koek bij de koffie, voor wat lekkers bij de lunch, voor een gezellige afsluiter aan het eind van de dag, maar er tussendoor wordt er hier gewerkt. Punt! En hard ook.

 

Dus geen geslenter door de tuin met een telefoon in de hand. En geen zeven sigaretjes per uur op het buitenmuurtje, even naar de supermarkt voor een energiedrankje en een uurtje discussiëren met een andere klant, en mij dat uurtje dan laten betalen. Zo gaan we hier niet (meer) te werk!

 

Dat is wel een kwestie van trial and error geweest, voordat ik dat doorhad, maar sinds ik officieel bouwopzichter ben, gaat er hier geen cent meer de deur uit waar niet voor gewerkt is of materiaal voor geleverd.

 

En toch… toch probeert deze meneer het nu ook weer.

 

Hij heeft alles net weer even anders uitgevoerd dan we hadden afgesproken, gewoon omdat hij dat beter vond. Hij beargumenteert zijn acties en ik hoor mezelf roepen: ‘Ja, zo is het ook.’ Maar eigenlijk ben ik het er helemaal niet mee eens.

 

Dus grijp ik in. Nu! Dat zou ik vroeger niet gedurfd hebben, maar als bouwopzichter durf ik dat nu wel. Afspraak is afspraak, zowel bij de factuur als bij de werkzaamheden. En als je wilt afwijken dan mag dat, maar niet op eigen houtje. Dan overleg je dat met mij, want ik betaal dat houtje.

 

En dus laat ik hem in dit geval helemaal opnieuw beginnen, en meld alvast dat ik hier geen gewerkte uren voor gerekend wil zien. En ik weet heus wel dat hij me dan op een andere manier terugpakt (door iets anders gewoon duurder te maken) maar ik zit straks niet ontevreden te zijn in mijn eigen huis, en hij weet nu weer dat ik overal op let. Ik betaal snel, maar verwacht daar ook iets voor terug tegenwoordig.

 

Daarna gaan we koffiedrinken en we babbelen nog wat over corona, over me too, over de oorlog en over politiek. Ik ben het bij niets van wat hij zegt met hem eens, maar ik hoor mezelf steeds weer roepen: ‘Ja, zo is het ook.’ Ik wil hem namelijk te vriend houden, want dat maakt het samenwerken voor hem en mij gemakkelijker. Ik ben dus ook niet in de veronderstelling dat ik hem op andere gedachten kan brengen over de zojuist besproken onderwerpen, en verder interesseert het me geen moer wat hij van mij of anderen vindt.

 

Of… toch?

 

Want als ik later vertel over mijn werk en over onze vorige verbouwingen, hoor ik hem vijf keer achter elkaar roepen: ‘Ja, zo is het ook.’

 

Uhhh… wacht effies hoor…

 

Hij zal me toch wel serieus nemen?

 

Of zou hij – net als ik – gewoon maar meepraten nu om mij tevreden te houden?

 

Slik.

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke