Italiaans geluk

 

‘Vandaag komt een langgekoesterde droom uit! We zitten hier gewoon in een Bertolli-reclame.’ Ik schoot er bijna van vol.

 

Jarenlang had ik een droom en in die droom was het zowel een zondagse als een snikhete zomerse dag. Ergens op de achtergrond, waarschijnlijk in het dal, beierden de kerkklokken. Onder de oude bomen van mijn tuin stond de lange tafel al gedekt, waar rond het middaguur kinderen en vrienden zouden aanschuiven voor een onvergetelijke lunch die tot diep in de middag zou duren. Maar in werkelijkheid heb ik geen tuin. Laat staan oude bomen.

 

Toen mijn huidige verloofde in mijn leven kwam en het er alle schijn van had dat hij zou blijven – best snel dus – planden wij een vakantie naar het Toscaanse Cortona, waar wij de tuinmanswoning van een Italiaans landhuis huurden.

 

 

Na een weekje schoven mijn dochter en haar vriend aan. Ik was die ochtend naar de markt geweest voor massa’s Italiaans spul om mee aan de kook te gaan. En kijk ons nou toch eens zitten op die avond, met z’n vieren en hond Beertje, onder de sterrenhemel en de olijfbomen, aan de pasta en de limoncello. Dat hadden die Italianen toch wel goed geschoten, dat eten en drinken een mens intens gelukkig kunnen maken.

 

Een paar heuvels verderop zat een vriendin met haar man en kinderen en aanhang vakantie te houden. In Nederland hadden we al gezworen om elkaar op te zoeken. ‘Want hoe vaak komt het nou voor dat je op hetzelfde moment zo dicht bij elkaar in de buurt bivakkeert?’ Hoewel die paar heuvels een eeuwigheid in de auto bleken, had ze het er voor over en kwam het hele spul onze kant uit. Ik ging nog een keer uitgebreid terug naar de markt. En naar de slager en de supermarkt en naar de slijter voor prosecco omdat het feest was en voor amaretto die de kinderen nodig hadden voor hun eeuwige succesnummer Tiramisu. We versleepten het tuinmeubilair naar de olijfgaard, schoven tafels aan elkaar, dekten die met al het bruikbare dat in de kasten te vinden was en kookten de sterren van de hemel.

Een lasagne met groenten en sla van het land met tomaten die alleen daar zo smaken. En Pici, een pastasoort die ik in Nederland nog nooit was tegengekomen. Met een Bolognese-saus die ik nog steeds regelmatig maak en die me steeds aan die verrukkelijke Toscaanse weken doet denken.

 

‘Vandaag komt een langgekoesterde droom uit! We zitten hier gewoon in een Bertolli-reclame.’ Ik schoot er bijna van vol. Behalve dat het geen zondag was, waardoor de kerkklokken ontbraken, had de werkelijkheid mijn droom overtroffen. Tegen de tijd dat we klaar waren, schemerde het al een beetje in de boomgaard en prezen wij onszelf gelukkig dat wij geen toertje door de Toscaanse heuvels meer voor de boeg hadden en nog lekker een glaasje onder de bomen konden nemen.

 

‘De volgende keer bij ons als we weer eens met vakantie zijn,’ riep de vriendin jolig toen we afscheid namen. Het is er nooit van gekomen.

 

‘En toch ga ik op een dag met je trouwen,’ zei mijn huidige verloofde die avond voor het eerst. En verdomd. Dat gaat er heel snel van komen!

 

 

Door: Brigitte Bormans

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.