Onze Flo is hun eigen Pipi Langkous
Voorzichtig optimistisch. Dat zijn de woorden van de juf als we ons dagelijkse telefoongesprek voeren
Een week geleden vlogen de werkmandjes nog door groep Zon, nu zit ze zowaar de hele dag stil. En ze heeft maar een kindje geduwd. Hoera. Toch stelt ze voor om haar de woensdag thuis te houden. Even rust. Even uitblazen.
Ik vind het heerlijk. Dat betekent tien minuten langer in bed liggen. Het dopje van haar neus kussen en fantaseren wat ze straks allemaal krijgt als ze kan lezen. ‘Mama? Mag ik een roze Sissi-jurk? Ja, als je kan lezen.’ Ze pakt mijn antwoord voor het gemak maar even mee.
Natuurlijk wil Flo mee haar zusjes naar school brengen. Ze huppelt achter ons aan, al moeten we vaak op haar wachten omdat elk openstaand tuinhekje dicht wordt gedaan. Zo gaat dat bij mijn kleine Rainman.
Waar we eerst naartoe gaan is de vraag van de dag. Kleuterjuf Marijke is net iets strenger dan juf Paula van groep 4 dus als we krap in de tijd zitten, kiezen we voor de kleuters. Maar we hebben zowaar nog zeven minuten dus groep 4 (die ook nog eens op de bovenste verdieping van het gebouw huist) moet lukken. Kan Iggy meteen alle vriendinnen van haar grote zus huggen.
Iggy omhelst elk meisje alsof ze hierna voor een half jaar naar Australië emigreert
We klunen langs vaders in zakenpak, zwangere moeders, grote kinderen met hockeytassen op de rug en aspirant Bos- en Vaartkinderen die straks door hun moeder naar de crèche worden gebracht. Flo mag van Bel haar tussendoortje in het daarvoor bestemde karretje leggen. ‘Bel gaat lekker éten.’ Flo legt de banaan en het pakje sap tussen de andere fruitbakjes. Ze praat altijd net iets harder dan de andere kinderen. Geeft niets. De klas van Bel kent Flo al een tijdje. Ze vinden het grappig als Bel haar grote zus meeneemt. ‘Daaag kinderen, ik kom jullie niet ophalen hoor!’ Roept Flo als we de klas uitlopen. De kinderen lachen. Flo is hun eigen Pippi Langkous.
We dalen de trappen af naar de kleutervleugel. Ik balanceer op mijn hakken (sorry, beroepsdeformatie), houd Iggy vast die elk meisje dat ze kent omhelst alsof ze hierna voor een half jaar naar Australië emigreert en Flo vraagt om de twee minuten of ik wil snuffelen als een konijntje. Straks Flo. Eerst die trap maar eens af zien te komen.
Voor de verse kleuters is Flo een sensatie. Ze is de enige die van juf Marijke (al veertig jaar beroemd om haar ijzeren discipline) door de kring mag lopen in plaats van eromheen. Ze kust Iggy en haar vriendinnetje Sophia wordt ook uitgebreid begroet en bekeken. Als ik om de kring heenloop en mijn kleinste meisje een laatste kusje wil geven, zie ik dat ze in gesprek is met collega-kleuters. Waar ze het zo over hebben, wil ik weten. ‘Over Flo!’ Iggy kijkt trots en haar ruggetje wordt een centimeter langer. ‘Waarom ze anders praat.’ En? Vraag ik. Want ik ben ontzettend benieuwd naar hoe mijn kleine minimensje dat heeft uitgelegd. ‘Dat ze autistisch is.’ Iggy glimt. ‘En daarom zit ze op een suuperpesiale school. Daar hebben ze geen groepen, maar groep Maan en Ster. En Flo zit nu in groep Zon.’ De twee andere meisjes zijn stil. Hun mond staat er een beetje van open. ‘Zo is het helemaal.’ Vul ik aan. ‘Sommige kinderen zijn anders en er zijn kinderen die niet zo goed kunnen leren als jullie. Maar Flo kan andere dingen weer heel goed en ze is vooral heel, heel erg lief.’ De meisjes zijn stil. Ze kijken naar Flo. Dan naar mij. ‘Wat heb je mooie oorbellen in.’ Zegt het meisje.
En zo is het. Over tot de orde van de dag.