Zonder iets te zeggen zei Madeleine Albright juist heel veel
Haar enorme collectie broches was te danken aan een onaangename opmerking van dictator Saddam Hussein.
In 1997 werd ze onder president Clinton de eerste vrouwelijke minister van Buitenlandse Zaken in een typisch mannenbolwerk. Maar voor haar geen donkerblauwe mantelpakken. Ze droeg juist kleurrijke kleding en maakte van haar broche haar handelsmerk.
Toen ze in 1993 aan het einde van de Golfoorlog ambassadeur was voor de Verenigde Naties noemde Saddam Hussein haar een ‘unparalled serpent’, wat zoveel betekent als een ‘verschrikkelijke slang’. Prompt verscheen ze bij iedere vergadering met Iraakse vertegenwoordigers met een politieke boodschap op haar jasje in de vorm van een broche met een gouden slang. En nadat de Servische generaal Mladic haar tijdens de Balkanoorlog een geit had genoemd droeg ze er eentje in die vorm toen ze later met hem kennismaakte.
Sindsdien liet ze haar broches spreken en zweeg ze als dat nodig was. Zo droeg ze op goede dagen vaak vrolijke broches met ballonnen en kleurrijke vlinders en bloemen, maar als het een lastige vergadering zou worden speldde ze een spin of een ander stekend insect op haar schouder. Juist om te laten merken dat ze niet met zich liet sollen.
Madeleine had meer dan 300 exemplaren in haar collectie, sommige heel goedkoop, van de vlooienmarkt, en andere juist heel kostbaar. Ze droeg er zelfs regelmatig een die haar dochter Katie ooit zelf op school als moederdagcadeautje maakte. Allemaal om een boodschap uit te dragen en het ijs te breken als de diplomatieke betrekkingen nogal koeltjes waren. Want Madeleine was niet zo snel onder de indruk. Of ze nou met Poetin, Saddam Hussein of welke andere dictator dan ook om de tafel zat, ze maakte gewoon subtiel een statement met een simpel sieraad.