Invriezen die giraf’

 

Jill, Wiekes giraf, schaamt zich voor haar ziekte

                                                                                                        

Even voorstellen: dit zijn Jack en Jill, mijn giraffen. Zeg de mensen hier eens netjes gedag, jongens? Dat willen ze nooit hè? Is ze niet bij te brengen. We kochten Jack en Jill een paar jaar geleden in Zambia. In een ‘cultural village’, waar kunst wordt verkocht met een grote én een piepkleine K. Jack en Jill horen bij de grote K, dat zag ik meteen. Liefde op het eerste gezicht. Daarom mocht ik van man niet bij het sluiten van de deal zijn.

 

Hij deed de onderhandelingen. We boften, zei de eigenaar van Jack en Jill, wij waren de laatste klanten van vandaag en hij had nog niets verkocht. Niemand van de wel vijftig verkopers op het terrein had op deze nare dag ook maar iets verdiend. En dan krijg je altijd een ‘special price’. We woonden al een paar jaar in het land, dus we kenden de verkooppraatjes. Honger lijdende gezinnen, doodzieke grootmoeder, etc. Je zou er tranen van in je ogen krijgen. Man en eigenaar kwamen een prijs overeen waarmee ze beiden konden leven. Moeder en zoon giraf werden dik ingepakt voor de overtocht en zo belandden ze na een lange bootreis in ons Nederlandse huis. Er kwam echter nog iemand mee.

 

Op een ochtend zie ik zaagsel rond Jill, op de grond. ‘Zeg eens eerlijk?’ vraag ik haar, ‘niks om je voor te schamen, maar heb je nou houtworm ja of nee?’ Lippen stijf op elkaar. Na een grondige inspectie vind ik een klein, volmaakt rond gaatje. ‘Jeukt zeker erg?’ vraag ik Jill. Moeilijke blik. Ik google houtworm en vind een bedrijf. Bellen. De houtwormmeneer: ‘Hoe groot is het meubelstuk, mevrouw?’ ‘Het is een giraf’, deel ik mee. Stilte. ‘Giraf? Moet kunnen..’ hoor je hem denken aan de andere kant. ‘Ongeveer twee meter hoog’, voeg ik eraan toe. ‘Toe maar!’ zegt hij, ‘als u hem langs brengt, leg ik hem in de vriezer. Dat overleeft een houtworm niet.’ Jill, die bij het gesprek aanwezig is, maakt een raar geluid. Of het is de houtworm die zijn dood voelt naderen, dat kan ook. De man noemt zijn prijs. Toe maar, denk ik op mijn beurt. ‘Ik denk er nog even over na’, zeg ik. Eufemisme voor: vries lekker jezelf in, maar niet mijn Jill.

 

Als ik dat gaatje nu eens met Velpon dichtsmeer? Wat later steekt een kopje met twee haakjes erop uit de nog niet opgedroogde lijm. Is dit een houtworm? Met een pincet trek ik hem eruit. In het gaatje laat ik nog meer lijm lopen. Mochten er nakomelingen in het spel zijn, dan is het nu einde oefening. Het helpt. Zo. Honderden euri verdiend! En Jill is zó blij dat ze niet in de vrieskist hoeft, dat ze heel eventjes lacht.

 

Door: Wieke Biesheuvel

 

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.