Influencer-horror

Schrijven is een horrorberoep. Maar ik accepteer dat omdat mijn boeken zo fantastisch verkopen.

 

 

Of was het nou andersom? Schrijven is een fantastisch beroep, maar het verkopen van je werk is horror? Ja, zo was het!

 

Want waar was nou ineens die boekwinkel gebleven? Waar was die goeie ouwe zaak waar je nog even ging kijken of er iets leuks was binnengekomen? Waar de eigenaresse van de winkel nog van alle boeken wist waar ze over gingen, en die je kon helpen als je iets speciaals zocht. Die soms al iets voor je had klaarliggen als je binnenkwam. Gewoon, omdat zij wist waar jij van hield.

 

En dat allemaal zonder algoritmes hè! Maar omdat regel één uit de wereld van verkoopopleidingen toen nog was: leer je klanten kennen, speel in op hun wensen, en laat ze dan zelf (gratis) reclame maken voor jouw zaak.  

 

Maar die tijd is voorbij. Het is nu omgedraaid. Niet: leer je klanten kennen en speel dan in op hun wensen, nee: leer je klanten nu wat hun wensen zijn. En voor dat trucje is het huren van een winkel niet meer nodig. En ook te duur. Voor dat trucje moet je goed zijn in promoten en beïnvloeden.

 

En daarom verdient die grote online boekhandel nu meer aan mijn boeken dan ikzelf, de fysieke boekhandel en de uitgever bij elkaar. Gewoon omdat je niet meer zonder ze kunt. Eerst als gevolg van het hebben van een goede website, leuke reclamespots en fantastische levertijden, maar later omdat we even niet hadden opgelet. Omdat we ze toestonden dat zij bepaalden wanneer jouw product werd aangeraden en/of verkocht. Net als Facebook zo’n positie heeft verworven.

 

Het draait nu dus allemaal om beïnvloeding. En daarvoor moet je weer een heel goede beïnvloeder (of hip gezegd: influencer) zijn.

 

En waar ik onlangs nog grappend riep dat mijn vriendin en ik influencers wilden worden, zijn we daar twee dagen later alweer van teruggekomen. We hebben blind gelegen met onze taartjes – en we hadden het plan opgevat om daarmee ook meteen onze boeken te gaan promoten – maar het werd weer niks.

 

Onze filmpjes waren nogal wazig. En dat was voor de vetrolletjes die we beloofden te laten zien – omdat body positivity nu eenmaal scoort – wel fijn, maar we kwamen zelf ook wat wazig over. De uhh’s en ahh’s, de maren en de oepsen waren niet te tellen in onze filmpjes. En “wij van dingus adviseren dus dingus” kwam ook niet zo lekker over. Zeker niet toen ik ook nog een hele beker koffie over mijn boeken kieperde, waardoor het er heel vies uitzag. Dirt sells in books, maar natuurlijk niet al op de cover.

 

En dan had ik nog niet eens gezien dat de helft van mijn knot eruit hing, en dat mijn vriendin zat te worstelen met haar bril. De zon scheen steeds heel eventjes, waardoor haar automatisch kleurende glazen vonden dat ze steeds een zonnebril op moest hebben. En zodra de zon dan weer verdween, leek het of we zes shots verder waren. Het was echt géén gezicht.

 

Het kwam dus allemaal nogal onprofessioneel over, en we dachten dat we daarmee vast en zeker geen boeken gingen verkopen. Dus ik ga maar weer schrijven. Want schrijven blijft fantastisch. En als over drie generaties iemand op een rommelmarkt een boek van me koopt, is het ook leuk. Ik heb daar gewoon geen invloed op, als ex-influencer.

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke