‘Ik wil niet meer op mijn ene kleinkind passen’
Toen haar dochter zwanger was van haar eerste kind verheugde Doris zich heel erg op haar rol als oma. Maar van dat plezier is niets meer over.
‘Ik ben doodmoe als ik de voordeur achter me dichttrek. Mijn dochter heeft net Mats, mijn kleinzoon opgehaald die een weekend hier gelogeerd heeft zodat zij samen met haar man een weekendje weg kon. Mats is zeven en is, naast twee kleindochters, mijn enige kleinzoon. Toen hij geboren werd was ik zo trots en blij. Ik was eindelijk oma geworden en ik verheugde me er heel erg op dat ik in de toekomst op hem zou mogen passen.
Mats bleek een huilbaby te zijn en als het mijn dochter te veel werd dan logeerde ik een nachtje bij hen zodat ik hem ’s nachts tot bedaren kon brengen en mijn dochter en haar man in mijn huis konden doorslapen. Maar ook toen hij wat ouder werd bleek het geen makkelijk kind te zijn. Hij luistert gewoon niet en daardoor is het lang niet altijd leuk om op hem te passen. Gek genoeg heb ik met mijn kleindochters nooit problemen. Zij kunnen zich prima vermaken en het is altijd een feest als ze hier zijn. We doen samen een spelletje of bakken een cake.
Maar met Mats is er altijd wat. De laatste tijd ergerde ik me steeds meer aan zijn gedrag en hoewel ik het wel met mijn dochter besprak zag ik maar geen verbetering. Hij is brutaal en als ik zeg dat hij met zijn computerspelletje moet stoppen doet hij net of hij me niet hoort. Als ik het dan vervolgens afpak is het huis te klein. Hij wordt dan heel boos en begint verschrikkelijk te klieren.
Hier in de buurt wonen een heleboel leeftijdgenootjes waar hij lekker mee kan buitenspelen, maar hij komt altijd na een korte tijd weer terug omdat hij weer eens met iemand ruzie heeft. Afgelopen weekend was het weer raak. Hij vond niets leuk, maakte overal een punt van en opeens was ik het zat. Toen hij zei dat hij het helemaal niet leuk vond om bij mij te logeren heb ik hem uiteindelijk met zijn computerspelletje naar de logeerkamer gestuurd en hem daar maar twee uur laten zitten. Eindelijk rust, want ik kon het gewoon niet meer opbrengen om nog iets te verzinnen wat hij misschien wel leuk vond om te doen. Ik laat me toch zeker niet steeds uitdagen door een ventje van zeven?
Eerlijk gezegd heb ik er helemaal geen zin meer in om op hem te passen, maar dat durf ik niet tegen mijn dochter te zeggen. Ik weet dat ze het al zo moeilijk heeft met het gedrag van haar kind en ik kan het niet maken dat ik wel op mijn kleindochters pas maar niet op Mats. Maar het kost me steeds meer moeite om dat jongetje om me heen te hebben zonder dat ik een hekel aan hem krijg.’