‘Ik wil geen oppas zijn van mijn nichtjes en neefjes’

 

Julia woont in een appartement in de hoofdstad. Haar lange relatie is sinds een paar jaar uit; met haar ex heeft ze nooit kinderen gekregen en dat is een bewuste keuze geweest.

 

 

Haar zus daarentegen heeft nu vier kinderen. Dat Julia zegt niet te willen oppassen heeft gezorgd voor een flinke barst in hun relatie.

 

‘Kinderen krijgen heeft nooit bij mij in de planning gestaan. Niet toen ik tiener was of in de twintig, toen mensen nog vaak zeiden dat ‘dat gevoel nog wel zou komen’. Bloedirritant vond ik dat. Ik wist zeker dat ik geen kinderen wilde, dat was voor mij zo klaar als een klontje. Dat mensen daar standaard iets van vonden of erger nog: me tegenspraken, kon me zo kwaad maken.

 

Iedereen moet daar vrij in zijn, toch? Ik wilde het niet en anderen willen het wel. Laat iedereen lekker in zijn waarde, vond ik. Dat mijn jongere zus, Sophie, juist een heel sterke kinderwens had hield ons lekker in balans, zei ik altijd. Toen zij op haar 28e haar eerste kindje kreeg, was ik dan ook superblij voor haar. Zij was in de wolken en ik had haar nog nooit gelukkiger gezien.

 

Met dezelfde man kreeg ze ook haar tweede, maar niet lang daarna liep deze relatie op de klippen. Helaas op een lelijke manier: hij ging vreemd met een collega en besloot met haar verder te gaan. Ontzettend cliché en een heel nare periode voor Sophie. Toen ze na twee jaar een nieuwe man ontmoette, was ik dan ook heel blij voor haar.

 

Dat ze met hem besloot om ook nog twee kinderen te krijgen, dat had ik niet zien aankomen, maar Sophie wilde er helemaal voor gaan. Helaas is deze relatie ook stukgelopen, anderhalf jaar geleden. De vader van haar oudste twee kinderen heeft inmiddels ook een nieuw gezin en toont helaas weinig interesse in hun gezamenlijke kinderen. Die zorg komt dus vooral op Sophie neer.

 

Haar meest recente ex is voor zijn werk veel naar het buitenland, en overweegt nu zelfs om in Duitsland te gaan wonen. Hij wil de kinderen dan niet meenemen, die kunnen dan een weekendje per maand naar hem toe. Veel te weinig natuurlijk en ontzettend zwaar voor Sophie. Zij heeft nu de volledige zorg voor vier kinderen.

 

Hoe vervelend ik het ook voor haar vind, het is haar verantwoordelijkheid en haar keuze geweest. Het zijn niet mijn kinderen. Ik heb heel mijn leven hard gewerkt, waardoor ik nu parttime werk en veel leuke dingen doe. Met vrienden of alleen. Geen seconde heb ik spijt gekregen van mijn kinderloze bestaan. Maar Sophie vindt het mijn plicht als zus om voor oppas te spelen.

 

Natuurlijk heb ik dat weleens gedaan, maar ik heb er oprecht gewoon geen zin in. Ik vind haar kids leuk, maar tegelijkertijd vind ik het ook zó heftig om ze alle vier onder m’n hoede te hebben. Ik heb Sophie verteld dat ik voor ze wil zorgen als het echt niet anders kan, maar dat ze anders echt voor een andere oppas moet zorgen. Ik zit er gewoon niet op te wachten.

 

Zij vindt mij nu een slechte zus, en vindt dat het ook deels mijn verantwoordelijkheid is als familie. Daar ben ik het absoluut niet mee eens: het zijn toch niet míjn kinderen? Inmiddels is Sophie er zo boos om, dat ons contact behoorlijk slecht is geworden. Elke keer als we elkaar spreken is het zo beladen en vol spanning. Zit ik dan fout en moet ik aanbieden wel te gaan oppassen, terwijl dat me zo tegenstaat?’