‘Ik was geboren voor het moederschap; een oermoeder pur sang’
Maar van die gedachte is niet veel meer over sinds de komst van Marijes derde kindje.
‘Mijn man vond ons gezin met twee kinderen compleet, maar ik was nog niet klaar. Drie was mijn ideaal. Onze oudste was een meisje, de tweede een jongetje en de derde zou – ongeacht wat het zou worden – onze bonus worden. We hebben er meer dan een jaar over lopen bakkeleien. Toen zei mijn man dat als ik het echt zo vreselijk graag wilde en als hij mij daarmee gelukkig kon maken, we het maar moesten gaan proberen. Binnen twee maanden nadat ik met de pil was gestopt was het bingo. ‘Zie je wel dat het zo moest zijn!’
Maar de zwangerschap was dit keer anders. Lang niet het ongecompliceerde energie-voor-tien-verhaal van de eerste twee keer, maar dodelijk vermoeid van de eerste tot de laatste dag, een somber gemoed van heb ik jou daar en bekkeninstabiliteit – ook een primeur in mijn geval – waardoor ik het zonder behoorlijk wat extra hulp thuis niet meer redde en er van werken al helemaal niets meer terecht kwam. Ik twijfelde er meer dan eens over of ik er wel goed aan had gedaan, maar zei tegen mezelf dat de komst van de baby straks alles goed zou maken.
Hetgeen heel even ook zo leek. Totdat ons schattige knulletje het ergens in week twee op een huilen zette en niet meer stil te krijgen was. Hij huilde dag en nacht terwijl niemand – wij niet, de verloskundige niet, de kraamhulp niet en later ook de huisarts en kinderarts niet – een oorzaak kon vinden. Wij raakten uitgeput van zoveel slapeloze nachten en depressief omdat we niet meer aan onszelf, aan elkaar en onze twee oudsten toekwamen en alleen nog maar achter de feiten aanholden. Het huilen hield bijna een jaar aan. Toen werd het wat beter maar leek de volgende fase zich aan te dienen: het huilen was overgegaan in dreinen. Wat we ook probeerden, wat we ook ondernamen, dit kindje zat nooit goed in zijn vel, was nooit tevreden en lachte nooit.
We zijn nu drie jaar verder. De fijne, makkelijke dagen die we met ons jongste kind hebben beleefd, zijn op de vingers van één hand te tellen. Alsof hij in een verkeerd lichaam en in het verkeerde gezin geboren is, lijkt hij in niets op onze eerste twee kinderen en wij staan als ouders voor een raadsel. Ontelbare keren heb ik mezelf verweten dat ik zo op zijn komst heb aangedrongen terwijl het voor mijn man niet zo nodig hoefde. Hij heeft het me maar één keer verweten, in een ruzie die uit de hand liep. Ik ben bang dat we allebei rondlopen met de gedachte dat de komst van onze jongste zoon de slechtste beslissing is die we ooit hebben genomen. Het is een afschuwelijke gedachte en dat niet in de laatste plaats voor ons kind.’
Marijes naam is vanwege privacy gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.
Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.