‘Ik laat mijn moeders laatste wens niet uitkomen’

 

Celine (35) is alleenstaand, wonend in de Randstad. Een jaar geleden kreeg ze te horen dat haar moeder (68) ongeneeslijk ziek is.

 

 

 

‘Mijn moeder en ik zijn altijd heel close geweest. We waren echt maatjes, vaak zag ik haar meer als een vriendin dan als moeder. Met mijn vader heb ik nooit goed contact gehad. Geen ruzie of woede hoor, maar mijn moeder en hij hadden een korte relatie en hij vluchtte toen zij zwanger was. Geen haar op haar hoofd die eraan dacht om mij af te staan, en dus werd ze een alleenstaande moeder.

 

Niet dat ik ooit iets tekort gekomen ben, allerminst. Qua geld hadden we het misschien niet altijd breed, maar liefde kreeg ik genoeg. Eigenlijk heb ik alleen maar fijne herinneringen aan mijn jeugd. Toen ik ging studeren in Amsterdam, en uit huis ging, was dat voor ons allebei even slikken. Mijn hele leven lang waren we met z’n tweeën geweest, zij en ik, hoe moest dat nu? Eerlijk gezegd ging ik ervan uit dat ik wel snel zou aarden – wat ook zo was – maar ik zat er wel mee in mijn maag hoe het met m’n moeder zou gaan. Ik vond het een verschrikkelijk idee dat zij zich alleen zou voelen.

 

Dus bleef ik zo vaak ik kon langskomen. Natuurlijk was het in sommige periodes wat minder, maar onze band is altijd even sterk gebleven. Mijn moeder is ook altijd erg zelfstandig geweest. Vriendinnen heeft ze genoeg en een man hoeft ze niet. Ik heb haar vaak gepusht om een keer op date te gaan, of om een online-datingprofiel aan te maken. Ze heeft het misschien drie keer geprobeerd, zo’n date, maar het was niks voor haar, zei ze. Ze vond het prima alleen.

 

En toen werd ze anderhalf jaar geleden ziek. Niets voor mijn moeder, die was altijd sterk. Dus toen ze mij belde of ik naar haar toe kon komen omdat ze zich niet goed voelde, wist ik intuïtief al dat het goed mis was. Ik racete met haar naar de eerste hulp. Wat erna volgde heb ik als in een roes meegemaakt. Uiteindelijk ben ik bijna drie maanden bij mijn moeder gaan wonen, daarna is ze voor lange tijd in het ziekenhuis gebleven. Kanker. Het ergste was dat er niks aan te doen was.

 

Deze vorm van kanker is heel agressief en de prognose is vrijwel nooit positief. Het had dus niet uitgemaakt of we er eerder bij waren geweest – een schrale troost. Een jaar geleden kreeg ze te horen dat ze uitbehandeld was. Heel cliché, maar ze heeft toen een bucket list gemaakt. Dingen die ze nog wilde doen, alleen of met mij. En het ergste: dingen die ze wil dat ík doe. Ze wil graag een kleinkind.

 

Nou heb ik sinds een half jaar een relatie met een hele leuke man waar ik stapelgek op ben, maar ik heb geen kinderwens. Nooit gehad. Dat weet mijn moeder ook en ik dacht dat zij het accepteerde. Maar sinds ze zo ziek is lijkt dit het enige wat nog belangrijk is voor haar. Omdat ik nu nog niet te oud ben, omdat ik een leuke vriend heb, maar vooral: omdat zij zó graag nog oma wil worden. Ik snap het ergens wel, al acht ik de kans klein dat ze er nog is wanneer dit eventuele kind geboren zou worden…

 

Het is nu zelfs zo erg dat ze nergens anders meer over kan praten. De dokters hebben wel gezegd dat ze zich anders kan gaan gedragen, wellicht ook door de medicatie, door de stress en door alles wat ze moet verwerken, maar ik zit er volledig doorheen. Ik heb mijn leven ‘on hold’ gezet om voor haar te zorgen, wat ik helemaal niet erg vond, maar het is nu niet meer leuk om haar te bezoeken. ‘Heb je je spiraaltje er nou al uitgehaald?’ ‘Ben je al begonnen met de kinderkamer?’ ‘Als vrouw ben je gemaakt om moeder zijn.’ Ik wil er in deze laatste levensfase van mijn moeder voor haar zijn en genieten van de laatste momenten samen, maar ze maakt het me wel heel moeilijk.’