‘Ik hou niet van de persoon die mijn zoon geworden is’
Simone (59) heeft twee kinderen met haar man Timon (61). Met haar dochter Rosalie (32) heeft ze een goede band, met zoon David (30) wordt die steeds slechter.
‘Rosalie en David schelen maar twee jaar en waren altijd twee handen op een buik. Vroeger deden ze alles samen. Rosalie was, typerend voor ‘de grote zus’, altijd best beschermend voor David. Dat vonden mijn man en ik altijd zo leuk en lief om te zien: kwam je aan David, dan kwam je aan Rosalie.
Toen Rosalie naar de middelbare school ging, veranderde dat vanzelfsprekend een beetje. Zij begon echt te puberen, al hebben we nooit veel problemen met haar gehad. Ze was altijd een verstandig meisje, nooit heel brutaal en ze luisterde altijd heel goed naar ons. En het allerbelangrijkste: Rosalie heeft altijd respect voor ons gehad als ouders, begreep het als we af en toe ‘nee’ moesten zeggen.
Een wereld van verschil was het toen David de pubertijd in ging. Schreeuwen, met deuren slaan, heel humeurig en gewoon niet plezierig om in je buurt te hebben. ‘Het gaat wel over, dit is een fase’, zeiden mijn man en ik vaak tegen elkaar. We hadden expres aangemoedigd dat Rosalie en David niet naar dezelfde middelbare school zouden gaan, dat leek ons het beste voor hun beider ontwikkeling. Maar nu denk ik dat we ze toch wel naar dezelfde school hadden moeten laten gaan; Rosalie had altijd een goede invloed op David.
David kreeg verkeerde vriendjes. Hij ging roken, dacht dat we dat niet doorhadden en ontkende het vervolgens als we een rondslingerend pakje sigaretten vonden. Pubers experimenteren natuurlijk en daar hebben wij alle begrip voor. Dat hebben mijn man en ik ook altijd gecommuniceerd naar onze kinderen toe: we vinden echt heel veel goed, zolang je maar eerlijk bent.
Met zijn nieuwe vriendjes begon David ook al snel te blowen. Hij werd ineens vaak uit de klas gestuurd, terwijl hij altijd een goede leerling was. Ik merkte dat ik mijn grip op hem kwijtraakte. Hij wilde niet meer praten, elk gesprek dat serieus dreigde te worden kapte hij gelijk af of hij stormde weg. In de derde ging hij van het vwo naar de havo. Dat hadden wij geen probleem gevonden als het vwo voor hem te moeilijk zou zijn. Dat was alleen echt niet het geval, hij was gewoon niet gemotiveerd.
In de vierde bleef David vervolgens zitten, iets wat totaal onnodig was. Hij heeft een goed stel hersenen, maar deed er gewoon niets meer mee. Radeloos waren we, zeker toen bleek dat hij nauwelijks meer kwam opdagen op school. We hebben zijn scooter ingenomen, die hij terug zou krijgen wanneer hij weer beter zijn best ging doen. Dat moment is nooit gekomen: hij werd van school gestuurd en haalde uiteindelijk zijn havodiploma op het volwassenenonderwijs.
Na zijn diploma, toen hij achttien was, is het alleen maar bergafwaarts gegaan. Hij is uit huis en we spreken hem nauwelijks meer. Inmiddels is hij aan vijf opleidingen begonnen en heeft hij ze allemaal niet afgemaakt. Daarnaast werkte hij in de horeca, waar hij het nergens langer dan een jaar heeft uitgehouden. Overal werd hij ontslagen omdat hij te laat kwam of helemaal niet kwam opdagen.
Hij is nu al een lange tijd een volwassen vent dus hij mag natuurlijk doen wat hij wil, maar ik vraag me af waar het is misgegaan. Serieuze vriendinnen heeft hij niet gehad, alleen maar scharrels. Hij is inmiddels dertig en woont nog steeds in een vies studentenhuis. We zijn nu op een punt gekomen dat we het maar moeten accepteren, maar ik vraag me toch af: wat hadden we anders kunnen doen? Hebben we toch iets verkeerd gedaan in de opvoeding? Rosalie is een succesvolle GZ-psycholoog en heeft het altijd heel goed gedaan, is verstandig en serieus. Bij David mogen we blij zijn als we een keer in de maand een telefoontje krijgen…’