Ik heb de man met de buggy al heel vaak gezien in het park

 

Want hij loopt er net als ik elke ochtend

 

 

Hij achter de buggy van wat waarschijnlijk zijn kleinkind is en ik met de honden. Het is door zijn muts – of moet ik zeggen pet? – dat ik meteen al dacht dat hij niet Nederlands is. Vooral de oorkleppen van bont die met een koordje onder de kin op hun plaats worden gehouden, doen me vermoeden dat hij erger gewend is dan de gemiddelde Hollandse winter.

 

Telkens als ik hem tegenkom glimlachen we naar elkaar. Totdat hij op een dag bij zijn kleinkind knielt om naar de honden te wijzen. Ik zeg goedemorgen. Hij zegt goedemorgen terug maar niet in mijn taal. Ik wil vragen hoe oud zijn kleinkind is. Er zijn veel woorden voor nodig voordat hij mijn vraag begrijpt. ‘Acht Monaten’ is zijn kleinkind, versta ik uiteindelijk. Dat scheelt maar een paar maanden met mijn kleindochter, zou ik willen zeggen. Maar ik weet niet hoe en loop door.

 

Ik heb de man al heel vaak gezien als ik op een dag een vrouw naast hem gewaarword. Net als hij is ze on-Nederlands goed ingepakt in een jas van bont met een capuchon waar met gemak twee hoofden in zouden passen. Als ik zwaai zegt hij iets tegen de vrouw – zijn vrouw neem ik aan. Dan steken ze allebei hun hand op. ‘Gutemorgen.’

 

Pas als ik hen op een ochtend weer tegenkom terwijl ik zelf ook achter de buggy van mijn kleinkind loop, wordt er een poging ondernomen tot een soort gesprek. ‘Boy!’ zegt hij, met zijn hand op het hoofdje van zijn kleinkind. ‘Boy?’ vraagt hij dan, wijzend op mijn kleindochter. Maar voordat ik kan antwoorden schudt zijn vrouw al van nee. Van wat ik eruit begrijp is het de kleur roze van mijn kleindochters jasje die haar geslacht heeft verraden. We lachen allemaal. En dan vraag ik wat ik me al zo lang afvraag. Waar komen deze mensen vandaan?

 

Op mijn ‘where are you from?’ volgen alleen gefronste wenkbrauwen. Maar het woord ‘nationality’ wordt meteen beantwoord met ‘Ukraine’. Ik zeg ‘aah’ en leg mijn hand op mijn hart. Ik voel met jullie mee, bedoel ik te zeggen en dat wordt begrepen, want de vrouw begint meteen te huilen. Haar man legt zijn hand op haar schouder. Ik zou hetzelfde willen doen maar hou me in. In plaats daarvan leg ik wat onhandig nog een keer mijn hand op mijn hart.

 

‘Ik leef met jullie mee! En met jullie kleinzoon in zijn buggy.’

 

 

Door: Brigitte Bormans

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.

Afbeelding van Brigitte Bormans