Ik ben de wind spuugzat
Zaterdagochtend was er nog niks aan de hand. Ik liep heerlijk buiten met mijn hond en het was vooral windstil. Geen zuchtje te bekennen.
De media stonden al dagen bol van de aangekondigde storm met windsnelheden van tot wel 140 kilometer per uur. Code geel, oranje en rood vloog om mijn oren. Maar omdat het de afgelopen jaren lang niet altijd zo’n vaart liep met de weerwaarschuwing van het KNMI, dacht ik dat het allemaal wel mee zou vallen.
Nou, dat doet het dus niet. En ik word zo langzamerhand helemaal horendol van die razende wind. Alles klapt en bibbert om mij heen. Ondanks dat de ramen en deuren dicht zijn heb ik het idee dat ik buiten mijn stukkie zit te tikken. Ik krijg er gewoon de zenuwen van.
Ken je dat, die kleuters die heel onrustig worden van harde wind? Nou, daar ik heb ik dus ook last van. Ik heb geen rust in mijn gat en heb het idee dat ik achternagezeten word. Heel vervelend vind ik dat en ik word er inmiddels stikchagrijnig van.
Zelfs als ik slaap, droom ik van de storm. Maar als ik wakker word heb ik geen weldadige stilte om me heen. Dan raast de wind nog steeds over het dak van m’n huis en krijg ik weer visioenen van afwaaiende pannen en lekkage van hier tot Tokyo.
Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik ben het hartstikke zat. Het wordt hoog tijd voor een lentebriesje. Zo eentje waarbij de eerste warmere zonnestralen lekker langs m’n wangen strijken. Met rokjesdag in het verschiet.
Gelukkig zie ik zo links en rechts al de krokussen boven de grond komen en de eerste groene waasjes zitten al aan de takken. De lente komt eraan. En man, man, man wat heb ik er zin in. Maar voor het zover is waai ik nog even met alle winden mee. Tot ik er helemaal tureluurs van word.