Hulde aan het vak van leraar

 

Dat de tranen los zouden zitten tijdens de diploma-uitreiking van mijn dochter, daar had ik al rekening mee gehouden.

 

 

 

Mijn laatste kind zou het tijdperk school afsluiten. Voor de allerlaatste keer zou ik in die aula van dat mooie gebouw zitten, waar ik mijn meisje in die afgelopen zes jaar een aantal keer had zien shinen tijdens een toneel- of muziekvoorstelling. Ik had altijd zo genoten van dat soort momenten waarop je leraren en leerlingen op zo’n positieve manier met elkaar in verbinding zag staan. Dus dat deze afsluiter van die periode mij iets zou doen omdat de school haar reputatie als warm en persoonlijk zou waarmaken, dat had ik wel voorzien. Maar de ceremonie was nog geen vijf minuten van start of ik zat al te grienen. Terwijl de leerlingen in hun strakste pak en kortste jurkje met stralend en opgeheven hoofd het podium bestegen, speelde de lerarenband. Vol overgave zongen de docenten de kinderen toe in een speciaal geschreven lied waarvan de tekst een lach en een traan in het juiste evenwicht wist te houden. Vervolgens werden de leerlingen een voor een op een troon gezet en met een praatje van hun mentor gelauwerd en geprezen. Woorden die doorspekt waren met humor en soms uitgesproken werden door een overslaande stem, als het terugblikken op de schooljaren van een kind henzelf ook duidelijk aangreep.

Er waren leerlingen geweest die tijdens corona hadden geworsteld met eenzaamheid. Tussen de regels door werd duidelijk dat autisme of eetstoornissen het pad van een aantal hobbelig en uitdagend had gemaakt. Dat sommigen in kuilen waren gevallen na het overlijden van hun vader of moeder maar daar toch ook weer uit waren gekrabbeld. Dit was het moment om hun veerkracht en doorzettingsvermogen te benoemen. Sommige leerlingen stormden na afloop van de speech op hun mentor af om een dikke knuffel te geven. Anderen zag je met meer moeite naar deze zorgvuldig gekozen woorden luisteren.

Toch weet ik zeker dat ook die meisjes en jongens op een moment in hun leven met dankbaarheid terug zullen denken aan die ene docent die hen destijds zag staan. Die oog had gehad voor hun kwetsbaarheid. Die waarschijnlijk in de lerarenkamer gestreden had voor een extra kans. Die altijd in hun was blijven geloven.

Mijn eigen kind had vooral een vrolijke tijd gehad op deze school die erom bekendstaat dat je er jezelf mag zijn. Ze had een stevige groep vrienden om zich heen weten te verzamelen, en van alle extraatjes die de school had geboden weten te profiteren. Haar leraar Nederlands had haar aangemoedigd om verhalen te schrijven, haar muziekdocent had de liefde voor het North Sea Jazz Festival over weten te brengen, haar geschiedenisleraar een fascinatie voor de Eerste Wereldoorlog. Ik besefte dat mijn kind geluk had gehad, en daarmee ik als moeder ook. In haar jaarlaag zaten ook leerlingen die het ondanks hun inzet en talent moeilijk hadden gehad, die het zonder de helpende hand van die ene bevlogen docent misschien nooit hadden gered. Het was een kwestie van mazzel of een gebrek daaraan geweest, een knikkertje kan onverwacht rollen. Waar sommige pechvogels wel geluk mee hadden gehad, waren deze docenten.

Leraar word je niet vanwege het salaris of de status. Ook niet voor die zogenaamd lange vakanties. Leraar word je omdat je een empathisch mens bent. De besten in hun soort maken het verschil in de wereld. Nu mijn laatste kind geslaagd is en ik afscheid neem van het instituut school, maak ik een diepe buiging voor deze helden.

 

 

 

Door: Esther Goedegebuure