Hulde aan de thuiswerkende moeder
Terwijl er een dreumes met een tingeltangelding tevreden op een kleed ligt te spelen.
Jaren geleden, toen mijn vriendinnen nog kleine kinderen hadden, paste ik weleens op. Omdat ik veelal vanuit huis werk, was dat wel te combineren. Dacht ik. Want waarom zou ik niet kunnen schrijven terwijl er een dreumes tevreden met een tingeltangelding op een kleed ligt te spelen? Ik kwam er al gauw achter dat dat niet gaat. Echt werken? Terwijl kleuters zoet een tekening maken of een toren van blokken bouwen? Vergeet het maar.
De griep
Ik kan me nog herinneren dat ik er twee tegelijk onder mijn hoede nam. Mijn vriendin had zwaar de griep te pakken. Haar pasgeborene een beetje. En dus bood ik aan om een dag op de baby en haar vierjarige broer te passen. Dan kon mijn vriendin onder de wol kruipen.
Echt schattig
Met de nodige instructies en een tas vol spullen voor baby en kleuter begon ik opgewekt aan de dag. Zo gezellig. Het kleine babymeisje viel om negen uur ’s ochtends al op mijn arm in slaap. Ze sliep met lieve geluidjes verder toen ik haar in haar bedje legde. Echt schattig en dus so far so good.
In de war
De vierjarige man besloot om me te ‘helpen’ (Moedermaffia, lees; kijken) met het schillen van de aardappels. Het leek me het meest praktisch als ik het avondeten ‘s ochtends al panklaar zou maken, dan zou ik daarna echt kunnen werken. Geïnteresseerd keken een paar grote glimmende ogen over de rand van het aanrecht. ‘Mag ik de aardappels in het water doen Jolanda?’ Natuurlijk mocht dat. Maar aardappels in het water laten plonzen is echt leuker dan ze erin leggen. Hij vond het waterballet prachtig en danste van plezier. Ik zag vooral een keuken die in no-time compleet in de war was.
Geen echte moeder
Ondertussen klonk er van boven gejammer van de babymeid. De grieperige schat was wakker geworden en vroeg om aandacht. Maar mijn telefoon ook. Drie oproepen die volgens mij wel konden wachten had ik al weggedrukt. Maar de laatste was toch echt best belangrijk. Ik twijfelde, eerst de baby? Of toch de telefoon? Ik ben nooit écht moeder geworden en dus kon ik niet én telefoneren én sussen én verschonen én ook nog een vierjarige en een waterballet in de hand houden. Ik liet de telefoon rinkelen en ging samen met de kleuterman de trap op om naar zijn zusje te kijken.
Koortsig kind
Dan: ‘Joehoe, volluuuk!’ Beneden schreeuwde duidelijk ook iemand om aandacht. Maar ik hing een verdieping hoger boven een huilerig, koortsig kind en vurige, vieze billen. Met in mijn kielzog een kleuter. En die moest van dit alles plotseling heel erg plassen, maar kreeg z’n broek niet los waardoor het erop leek dat hij de boel de boel maar liet. In zijn broek. Het zweet brak me uit.
Helemaal onzeker
‘Heey, Jolanda, ben je er wel?’ klonk het van beneden. Ik herkende de stem van een goede kennis (moeder van twee kinderen) en riep haar naar boven. ‘Ach gossie, ik zie het al, koorts. Zal ik anders even?’ Behendig nam ze de doekjes van me over en maakte in een minuutje af waar ik al tien minuten mee worstelde. Ongelukkig stond ik daar een beetje te staan. ‘Heb je al getemperatuurd?’ ‘Nou, nee, maar ik wilde dat heus zojuist doen.’ Ik werd helemaal onzeker.
Geradbraakt
En ’s avonds, na een nog meer in de war geraakt huis, plakvingers, schaterlachen en traantjes heb ik respect. Voor alle thuiswerkende moeders van de hele wereld, terwijl ik geradbraakt achter mijn pc schuif. Wat een dag.