Als je in Nederland een restaurant vindt met roze tafelkleedjes en servetten, heb je al snel het idee dat er iets niet helemaal klopt. Tafellinnen hoort wit te zijn. Kraakhelder wit. In Italië is een restaurant of zelfs een terras vol roze tafelkleedjes zo ongeveer de garantie voor kwaliteit. Van die echte klassieke ouderwetse kwaliteit. Je vindt in zo’n tent een keuken, zoals je die van de echte Italiaanse mama verwacht. Hier eet je pasta zoals de Italiaan het vroeger thuis ook at. Krijg je de echt lekkere broodjes, de beste scaloppine, ravioli en involtini. Eigenlijk moet je dus gewoon op zoek naar restaurants met roze tafellinnen, weet je zeker dat je goed zit. Vaak ligt er over het schaaltje versgeraspte Parmezaanse kaas ook nog zo’n leuk servetje in het roze. Liefst in roze-wit jacquard-geweven met mooie krullerige dessins. En dan franje langs de randen.
Lekker Italiaantje spelen
aan tafel
Daar was ik natuurlijk meteen verliefd op. Die moest ik ook. Voor thuis. Dus ging ik in modestad Milaan, tussen de modeshows door, op zoek naar een ouderwetse linnenwinkel – nadat ik eerst in een boekwinkel uit een woordenboek had geleerd hoe je zoiets noemt: tovagliolo con frangia. In een giga grote linnenwinkel, waar moeders met dochters de complete uitzet aan het bestellen waren, werd ik in de lift meegenomen naar verdieping drie. De verkoopster toverde een stapel dozen tevoorschijn vol franje-servetjes. En niet alleen in roze. Ook in lichtblauw, lichtgroen, geel en wit. Met als gevolg. Juist. Ik kan de rest van m’n leven Italiaantje spelen aan tafel. In alle kleuren van de regenboog.