Hoeveel jaar had ik nou ook alweer gerookt, vraagt de dokter

 

Dan hebben we het hier toch echt over veertig pakjaren.

 

 

 

 

Ik moet heel erg hoesten en dat al heel lang. Hoesten totdat ik er bijna – soms ook helemaal – van moet overgeven. Hoesten totdat ik geen lucht meer krijg – of althans te weinig. Hoesten zodat ik er niet van kan slapen en rechtop met kussens in mijn rug, in een toestand tussen waken en slapen, de nacht doorbreng. ‘Er moet iets gebeuren’, jammer ik tegen mijn man die het roerend met me eens is omdat die ook wel weer eens een nacht door wil slapen zonder gestoord te worden door mijn geblaf.

 

Ik spreek bij de huisarts in dat ik teruggebeld wil worden. Dat gebeurt wonder boven wonder heel snel, namelijk binnen het uur. Ik doe mijn verhaal en beantwoord alle vragen van de praktijkassistente. Ze belooft me met de dokter te zullen overleggen. Zou dat vandaag nog kunnen, hoop ik vurig? Want dan kan ik hopelijk nog naar de apotheek voor een middeltje waardoor ik hopelijk ook kan slapen. Ook dat belooft ze en weer gaat na een uur mijn mobiel.

 

‘De dokter wil u zien,’ klinkt het kordaat. ‘Kunt u vanmiddag om drie uur?’ Of ik kan? Kan ik dit weigeren dan? Negeren? Ik schrik ervan, zoveel is duidelijk. Dus ik zal er zijn.

 

‘Waarom ben ik hier?’ is het eerste wat ik vraag. Om longontsteking uit te sluiten in de eerste plaats. En hoeveel jaar had ik nou ook alweer gerookt, vraagt de dokter zich hardop af, veertig jaar? Echt zo lang? En hoeveel rookte ik dan? Een pakje per dag? Echt zo veel? Dan hadden we het hier over veertig ‘pakjaren’.  Pakjaren? Inderdaad pakjaren. Ik piep dat ik nu toch echt al vijftien jaar geen sigaret meer heb aangeraakt. Of zal het me straks net als Johan Cruijff vergaan die na eeuwen als niet-roker door het leven te zijn gegaan alsnog aan longkanker overleed? 

 

Longkanker was heus niet waar mijn huisarts aan dacht, suste hij. Maar bij mensen met net zoveel ‘pakjaren’ als ik hakken luchtwegaandoeningen er in de regel meer in – en ze duren ook veel langer.

 

‘Codeïne?’ opper ik nadat longontsteking inderdaad is uitgesloten.

 

‘Het zijn opiaten, dus niet te veel. Genoeg om de ergste prikkels een paar dagen te dempen en even door te slapen.’

 

Laat dat nou precies zijn waarvoor ik belde!

 

 

 

 

Door: Brigitte Bormans

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.

Afbeelding van Brigitte Bormans