Hoe ze die paarden zo gek krijgen om al die malle pasjes te doen die we voor ze bedenken?

 

Je moest eens weten.

 

 

‘Hoe krijgen ze die paarden zo gek om al die malle pasjes te doen die we voor ze bedenken?’ vroeg Jack van Gelder zich af toen het onderdeel dressuur werd besproken aan tafel bij de Oranjezomer. Hij moest eens weten, dacht ik. Net zo min als er olifanten zijn die ervoor kiezen om op één poot in de circuspiste te staan, zijn er paarden die spontaan dansjes gaan maken op de maat van de muziek. En al helemaal niet met een bit in hun mond en iemand op hun rug die daar naar believen aan kan trekken. Tenminste, dat zou ík denken, en ik realiseer me terdege dat ik daar waarschijnlijk best alleen in sta.

 

Hoewel… Bij de Amstelveense paardenhouderij Van Stal houden ze er ideeën op na die aardig in de buurt komen, en als ik nog eens ooit terug moet komen als paard, dan is het zonder twijfel daar! De paarden leven hier dag en nacht in de kudde en beschikken over een paddock, een slaapzaal, twee hooihuisjes waar ze kunnen eten wanneer ze dat willen, en vooral heel veel ruimte. Want alles is hier gericht op de natuurlijke behoeften van de dieren, en daarbij staat de vraag centraal wat het paard zelf wil.

 

Het heet natural horsemanship, en het is een relatief nieuwe stroming binnen de paardenhouderij die terugkomt in de huisvesting, voeding, verzorging, en vooral in de omgang met de paarden. Zo wordt een paard niet dagelijks gezadeld voor een rit, maar vooral meegenomen tijdens een wandeling of een fietstocht door de polder. Bereden worden ze eens in de paar weken. Want een paard zal zelf nooit vragen om te worden bereden. Dat hebben wij mensen voor ze bedacht.

 

Een bit of een zweep om gewenst gedrag bij het paard af te dwingen, zie je bij Van Stal evenmin: ‘Dat afdwingen van controle zit ingebakken in de cultuur. Als kinderen leren paardrijden, wordt ze immers meteen geleerd het paard af en toe een tik te geven. Om te laten zien wie de baas is, zogenaamd. Dat begint heel voorzichtig met een aaitje, maar na een paar maanden rossen ze er gewoon op los. Ouders spelen daar ook een rol in. Die willen hun kind graag zien draven en galopperen. Naar het paard wordt eigenlijk niet gekeken. Het is een gebruiksvoorwerp.’

 

Volgens de inzichten van Van Stal botst het onderdeel dressuur zodanig met de natuurlijke behoeften van een paard, dat ze er helemaal mee zijn gestopt. In plaats daarvan wordt hier gebruikgemaakt van een methodiek die ‘intrinzen’ wordt genoemd en waarbij het gaat om de intrinsieke motivatie van het dier. Wij mensen vragen immers doorgaans moeilijke dingen van paarden, en ze die te laten doen gebeurt bijna altijd door training onder dwang. In Amstelveen wordt geen druk maar beloning gebruikt. Dat kost meer tijd, maar de aanpak maakt dat paarden het leuk gaan vinden.

 

Natural horsemanship vraagt van de mens een inspanning om de relatie gelijkwaardig te maken, en daarbij zijn genoeg ruimte en zeeën van tijd in combinatie met engelengeduld een voorwaarde. Gelukkig is de beweging desalniettemin groeiende. Maar of de dressuurpaarden die het tot de Olympische Spelen hebben geschopt hier al deel van uitmaakten? Ik durf het eerlijk gezegd te betwijfelen.

 

Bron: het Parool

 

Door: Brigitte Bormans

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.

Afbeelding van Brigitte Bormans