Hoe asfalteren een lesje nederigheid bleek
Ho stop! Wild met zijn armen gebarend maakt de meneer duidelijk dat er gestopt moet worden.
Nu het toeristenseizoen hier op het eiland een beetje op haar einde begint te lopen, is het tijd voor het noodzakelijke onderhoud. Er is hier een haat-liefdeverhouding met het toerisme. 85% van de inkomsten zijn op de een of andere manier gerelateerd aan mensen die hier hun vakantie komen houden. En zo van, pak hem beet, begin april tot eind oktober, spuugt het vliegveld dan ook een schier-onophoudelijke stroom toeristen uit over ons prachtige eiland.
Helaas komt het eiland ieder jaar wel een keertje negatief in het nieuws doordat er excessen zijn geweest met toeristen die onder invloed van wat dan ook hier huishouden, zonder respect voor de natuur, cultuur of historie.
Wanneer de stroom toeristen minder wordt, verzuchten we onder de minder wordende druk en is het dus tijd om dingen bij te werken. Zo ook uiteraard in mijn prachtige dorpje, aan de voet van de bergen. Deze weken was het asfalteren van de wegen aan de beurt.
Ik had het al gezien, tijdens mijn hardlooprondje, dat een van de wegen op mijn gebruikelijke route versperd was door een hek. Maar, eigenwijze Nederlandse die ik ben, dacht ik dat ik er te voet wel overheen zou kunnen. Zo gezegd, zo gedaan. En dat ging redelijk goed, totdat ik bij het einde van de weg kwam. Daar stuitte ik op een grote wagen die op het punt stond om op haar beurt een schier-onuitputtelijke stroom uit te spugen. Asfalt weliswaar dit keer.
Precies op het moment dat ik er langs wilde. De hoofdopzichter gebaarde wild met zijn armen. Er moest gestopt worden. Maar daar waar ik in Nederland gewend zou zijn dat ik de wind van voren zou krijgen omdat ik immers toch langs een hek met ´verboden toegang´ was gelopen, gebeurde hier het tegenovergestelde. Er werd gebaard om het uitstorten van het asfalt stop te zetten. Nog net op het nippertje kon de uitstoot worden stopgezet, en werd ik niet door één, niet door twee, maar zelfs door zes galante Malloquin begeleid naar het stukje voorbij het opengebroken weggedeelte. Zodat ik rustig mijn hardlooprondje kon vervolgen.
De rest van het rondje bleef het in mijn hoofd knagen. Hoewel ik enorm onder de indruk was van de galante houding van de heren, (die ik hier overal overigens tegenkom, daar kunnen heel wat Nederlandse mannen nog een puntje aan zuigen), had ik me zelf nu toch ook schuldig gemaakt aan het niet respecteren van natuur, cultuur, of historie… een wijze les dat mijn inburgering nog wat bijschaving behoeft.