Het tussenjaar, zin of onzin?
Je kunt er sceptisch of zelfs cynisch over zijn. Ik begrijp mijn schoonmoeder, die het allemaal zwaar overdreven vindt en zo’n tussenjaar ziet als verwend uitstelgedrag.
In 2023 nam maar liefst 16,4% van de geslaagde havoleerlingen en zelfs 20% van de jongeren met een vwo-diploma een tussenjaar. Dat is nog eens andere koek dan in 1989, toen slechts een enkeling van mijn klasgenoten een jaartje au pair werd in Parijs of Rome, en de rest, net als ik, braaf doorstroomde naar een vervolgopleiding.
Mijn dochter behoort bij die twintig procent, net als het gros van haar vrienden. Ze stellen hun studiekeuzes allemaal een jaar uit en hebben voor de komende maanden de wildste plannen die hen naar verre oorden brengen. Om te reizen, of in het meest serieuze geval daar vrijwilligerswerk te doen.
Je kunt er sceptisch of zelfs cynisch over zijn. Ik begrijp mijn schoonmoeder, die het allemaal zwaar overdreven vindt en zo’n tussenjaar ziet als verwend uitstelgedrag, ergens best een beetje. Maar waar zij niet bij stilstaat, is dat deze generatie wel 100 jaar gaat worden en misschien wel tot hun zeventigste zal moeten werken. Wat maakt dat ene jaartje lanterfanten op dat lange leven dat nog zo bol zal komen te staan van verantwoordelijkheden en verplichtingen dan eigenlijk uit?
Bovendien, die verantwoordelijkheden en verplichtingen zal ze dit jaar zeker ook moeten nemen. Want denk maar niet dat ze die grote reis die ze gaat maken, aangeboden krijgt. Ze moet hem tot de laatste euro zelf verdienen.
Een groot deel van het budget sprokkelde ze de afgelopen jaren al bij elkaar met oppassen en buffelen voor een strenge horecabaas. Maar als ze terugkomt, zal ze ook aan de bak moeten om het resterende bedrag dat wij haar hebben voorgeschoten, af te betalen.
Het is een beetje jammer dat het in deze volgorde gebeurt: eerst de lusten, dan de lasten, en heel bemoedigend voor de werklust zal het niet zijn. Maar dat is dan dikke pech voor haar. Deze weinig prikkelende volgorde ligt aan het project dat ze gaat uitvoeren in Costa Rica, waar ze een school gaat helpen opbouwen, en dat nu eenmaal dit najaar en winter plaatsvindt.
Aan dat project, dat ze samen met een groep internationale jongeren zal uitvoeren, zit ook nog een andere uitdaging verbonden. Met dezelfde mensen met wie ze het schooltje gaat bouwen, zal ze een maand lang een ‘trail’ gaan lopen. Dat houdt in dat ze de jungle intrekken, waar ze in tenten op matjes zullen slapen en alles wat ze nodig hebben op hun eigen rug bij zich zullen dragen.
Op haar paklijst stonden opmerkelijke benodigdheden als een 10 meter lang touw, tuinhandschoenen, een muskietennet, een hoofdlamp en biologisch afbreekbare zeep. Het ergst vond ze zelf de Teva-sandalen. Tijdens die tocht zal ze offline zijn, de telefoons worden vooraf ingeleverd. Iets waar zij naar uitkijkt; unplugged zijn heeft voor deze generatie iets romantisch. Als moeder heb ik er zelf iets minder mee.
Ik ben benieuwd waar ze, naast de tientallen muggenbulten, nog meer mee terug zal komen.
Zo’n expeditie onder sobere omstandigheden zal het groepsgevoel versterken en de vanzelfsprekendheid van haar normaal zo aangename en luxe leventje relativeren. Ik verwacht een groeispurt in haar toch al verrassend grote zelfstandigheid en zelfredzaamheid en verheug me op de spannende verhalen, die ik zal horen als ze weer safe & sound in de bewoonde wereld is.
Het is weer eens wat anders dan au pair worden. Of, zoals ik deed, fantasieloos aan een studie rechten beginnen. Iets waar ik al na een paar maanden dus ook gierende spijt van had en daarom uitmondde in een jaar ranzen en sjansen en 7 kilo aankomen. Dus mijn zegen heeft ze, mijn dochter, met haar tussenjaar.
Bovendien, het lijkt me een uitstekende gelegenheid om zelf eens een tripje naar Costa Rica te plannen.