Het succesnummer van Esther

Het is een rare afwijking; net zoals ik op de mediapagina’s in de krant graag lees over televisieprogramma’s die ik vervolgens nooit kijk, vind ik het heerlijk om recepten uit te pluizen die ik nooit zal bereiden.

 

 

Uren kan ik via sociale media kijken naar Tasty en soortgelijke video’s van drieduizendcalorieëngerechten met room en kaas en boter. Heel bevredigend om in zestig seconden allerlei moddervette pasta’s en tosti-achtigen voorbij te zien komen, met van die bijna obscene draderige kaasshots, waar ik gierende hongerklop van krijg maar die ik nooit zal bereiden.

 

In de filmrol van mijn telefoon vind ik tientallen foto’s van recepten die ik fotografeerden uit kookboeken, tijdschriften en weekendbijlagen van kranten. Allemaal nooit gemaakt. Mijn kast staat propvol kookboeken die ik hooguit één keer heb doorgebladerd. Ik hou vreselijk veel van lekker eten maar kan nogal eentonig zijn in de keuken. Als ik een nieuwe hit heb gevonden blijf ik er lang in hangen en serveer ik die topper van het moment bij ieder etentje dat ik geef.

 

Het succesnummer zelf heb ik dan meestal ontdekt bij iemand anders of in een restaurant. Als ik na zo’n etentje diezelfde nacht in bed nog steeds fantaseer over dat lekkers dat de gastvrouw in elkaar had gedraaid, probeer ik het de volgende dag na te maken, eventueel met hulp van Google. Dan herleid ik zo nauwkeurig mogelijk uit welke ingrediënten het gerecht bestond en gooi ik die treffers in de zoekmachine totdat ik soortgelijke recepten vind.

 

Dus bijvoorbeeld: recept Thaise salade koriander taugé knoflook cashewnoten mango. Af en toe heb ik zelfs beet en vind ik gewoon exact hetzelfde recept dat onze vrienden ook hadden gebruikt. In andere gevallen combineer in de meest smakelijke recepten tot mijn eigen variant. Tot vervelens toe draai ik zo’n gerecht dan in elkaar, net zo lang tot ik weer nieuwe inspiratie gevonden heb. Dat patroon moet nodig eens doorbroken worden. Als goede voornemen wil ik minstens een keer per week een nieuw recept uitproberen. En als ik tevreden ben zal ik dat met jullie delen.

 

Als kick-off een van de hits waarmee ik echt altijd succes oogst. Doodeenvoudig te maken, licht, volledig plantaardig met een hoofdrol voor groenten.

 

Komt ie:
Deze Thaise salade is een verrukkelijk licht voorgerecht (en met een iets grotere portie het ideale lunchgerecht). Ik at hem einde zomer bij vrienden en de smaak van de dressing bleef maar in mijn hoofd spoken, heel umami, beetje scherp, verslavend lekker. De volgende ochtend vond ik dus met wat googelen op Chicks Love food het recept. Ik heb er mijn eigen twist aan gegeven door wat ingrediënten toe te voegen en andere weg te laten. Echt iedereen (en dat zijn er inmiddels heel wat) die ik dit voorschotel vraagt om het recept. Helemaal plantaardig als je, zoals ik, voor de mayonaise ook een vegan variant kiest. Kortom: een nummer-één-hit.
 
Dressing
Meng de volgende ingrediënten in een hoge beker en zet de staafmixer erin

  • een kleine ui, in blokjes gesneden
  • een fijngesneden rode peper
  • een stuk gember, fijngesneden ter grootte van een duim
  • twee tenen knoflook, geperst
  • 4 eetlepels Kikoman
  • 2 eetlepels Thaise vissaus
  • 2 eetlepels sesamolie
  • 4 eetlepels water
  • 1 uitgeperste limoen
  • 2 eetlepels (vegan) mayonaise

 

  • Snijd 2 stronkjes baby-romaine-sla in stukken
  • Meng met 1 bakje taugé
  • En mix dit wat dressing
  • Serveer op 4 tot 6 bordjes, afhankelijk van hoe groot je de porties wil hebben
  • Snijd 1 avocado in blokjes, een mango in dunne reepjes en een zoete puntpaprika in dunne ringen en verdeel die over de borden.
  • Garneer met cashewnoten en koriander en een beetje fijngesneden lente-ui

 

Door: Esther Goedegebuure