Het schijnt dat warmte lustopwekkend werkt
Nou, die hittegolf kan Annemijn gestolen worden: ze wordt er eerder lamlendig van dan hitsig. “Voor mijn seksleven komt de herfst als geroepen.”
Toen ik afgelopen woensdagochtend al redelijk bevangen door de warmte naar mijn werkplek fietste, net gedoucht maar alweer met de zweetdruppeltjes op m’n lijf, moest ik in het centrum even afremmen omdat er een vuilniswagen voor me reed. De vuilnismannen, gekleed in lange broek en een dik shirt, wierpen energiek de afvalzakken in de opening. In de volle zon, bij dertig graden plus. Ze hadden zelfs nog de puf om mij uitgelaten een goedemorgen toe te roepen. En zag ik daar nou een knipoog? Ik geloof dat ik een beetje futloos mijn hand heb opgestoken, meer zat er even niet in.
Serieus, waar halen ze het vandaan?
Als ik heel eerlijk ben: die hitte ontneemt mij werkelijk alle seksuele energie. Ik geloof dat de grens ergens bij 29 graden ligt.
Bij alles daaronder heb ik nergens last van, dan voel ik me een heuse summer beauty in mijn luchtige rokjes en jurkjes en kan een knipogende vuilnisman of welke andere man dan ook een grote glimlach van me krijgen. Maar zodra het kwik boven die 29 komt: dweil mij maar op. Ik word er zelfs chagrijnig van; het liefst zou ik de hele dag in natte lappen gewikkeld onder een heel grote boom blijven zitten.
Overigens heb ik niet alleen totaal geen zin in seks, ik heb ook geen zin in werken, eten koken of sporten. Eigenlijk verandert een hittegolf mij in een heel vervelende vrouw. Voordeel daarvan is dat mijn vent ook weinig moeite doet om me te verleiden, het is natuurlijk helemaal niet leuk om toenadering te zoeken tot iemand die eruitziet én zich gedraagt als een zoutzak. Hoewel ik hem er ergens van verdenk dat hij het zelf ook wel prima vindt, hij loopt ook te puffen.
We zijn tenslotte ook geen twintig meer en zwetende, seksende lijven is meer iets uit pornofilms. Toch?
Maar goed, als de hittegolf van afgelopen week mij wél iets heeft geleerd, is het respect voor de vuilnisman. Nu was ik al redelijk positief over dit beroep: het is sowieso fantastisch dat er mensen zijn de zooi opruimen die anderen achter zich laten vallen. Maar nu: dikke pluim, diepe buiging, complimenten, niets dan eerbied: deze mannen ruimen niet alleen afval op, ze houden ook de moed erin en fleuren oververhitte vrouwen een beetje op.
Waarvoor dank, maar verder wacht ik toch nog maar even op herfstweer.
Door: Redactie Falder