Het mooiste meisje van de klas

 

‘Heb je gisteren ‘Het Mooiste Meisje van de Klas’ gezien?’

 

 

 

 

‘Ja! Aangrijpend weer, hè.’

 

‘Nou. Zeker! … De mooiste zijn, is bepaald geen garantie voor geluk, zo blijkt elke aflevering weer.’

 

‘Terwijl we dat vroeger allemaal wél dachten. De mooiste van de klas zou ook de gelukkigste zijn. En blijven! Toch?’

 

‘Dat denken we nog steeds!’

 

‘Hoe bedoel je? ‘

 

‘We laten ons zelfs verbouwen om de mooiste te kunnen zijn. Of beter gezegd: te líjken. We denken dus nog steeds dat mooi zijn ons geluk brengt.’

 

‘Eng, eigenlijk. Je bent van nature mooi, of níet. Ik vind dat gesleutel afschuwelijk. Daar word je helemaal niet mooi van. Je wordt eigenlijk meer een kloon van die anderen die ook denken dat zoiets te koop is.’  

 

‘Het mooiste meisje uit ónze klas is trouwens ook niet echt gelukkig geworden.’

 

‘Uhh. Waar doel je op?’

 

‘Nou, een eikel van een man, hoop verdriet om de kinderen, ziekte, dood, baan kwijt, demente ouders en ga zo maar door. Zit je dan met al je schoonheid!’

 

‘Wacht even hoor. Even stap voor stap! Eikel van een man??’

 

‘Nou, geef toe. Het is toch een drabber. Een eigenwijze kwast met al zijn meningen. Mag ‘ie veel geld verdienen, ik vind zijn geblaat echt irritant. Terwijl ik hem vroeger stiekem ook wel leuk vond.’

 

‘O, nou dat scheelt. Dan moet ‘ie daar maar blij mee zijn, ofzo.’

 

‘Nou, ben jij dan nog zo dol op hem als vroeger? Op school was hij reuzevriendelijk en populair. Maar nu?!? Zijn mening over vrouwen vind ik echt niet leuk meer. En dan nog denken dat ‘ie er lollig mee is ook. Bah. Ik snap ook niet iemand dat als partner accepteert. De hele vriendengroep stoort zich er inmiddels aan, zo bleek maar weer tijdens de laatste schoolreünie. Hij viel eigenlijk niet alleen voor óns, maar voor de hele school door de mand.’

 

‘Ach, hij drinkt gewoon te veel, tegenwoordig.’

 

O, ja? Denk je dat het daar aan ligt?’

 

‘Ik weet het wel zeker!’

 

‘O. Nou ja … Ik zie hem natuurlijk alleen nog maar op feestjes. Maar inderdaad … dan drinkt hij behoorlijk.’

 

‘Ik zie hem ook alleen op feestjes.’

 

‘Ja, logisch toch.’

 

‘Vind je?’

 

‘Ja, dat groeit zo in de loop der jaren. Je gaat elkaar toch steeds minder vaak zien.’

 

‘Maar dat is voor partners toch raar?’

 

‘Ja, voor partners wel, ja. Maar ..

 

‘En trouwens: wat bedoel je met ‘verdriet om de kinderen’?’

 

‘Nou, je bent toch niet blind? We roddelen er in de vriendengroep niet over, maar jij ziet toch ook wel dat die kinderen elke keer de reden zijn dat er dingen moeten worden afgezegd? Er is altijd wat met die figuren. En ik vind het allang geen pubergedrag meer. Die jongen is gewoon crimineel aan het worden, en die meid mag weleens wat meer kleding aantrekken.’

 

‘Pardon?’

 

‘Ach, zelf nou zelf … Ze probeert haar moeder na te doen, met al haar gratie, maar ze lijkt door haar houding en kledingkeuze steeds meer op een prostituée. Dat gaat een keer verkeerd hoor. Let op mijn woorden!’

 

‘Zeg, zo is het wel genoeg! Wat verbeeld jij je eigenlijk, dat je dit zomaar denkt te kunnen roepen!?’

 

‘Ik verbeeld me niks. Ik geef gewoon aan wat ik zie.’

 

‘Wat een gelul. Dat je mijn man beledigt, dat vind ik tot dáár aan toe, maar dat je mijn dochter een hoer noemt dat gaat echt te ver!’

 

‘Wat? Maar … Hè?? … Maar ik heb het toch niet over jou???’

 

‘O, sorry. Ik dacht dat je …’

 

‘Nee, joh. Ik heb het over Sarah natuurlijk! Pffff … Het mooiste meisje van de klas … Hahaha. Dacht je nou echt dat jij dat was?’

 

‘Nou, ja, nee, … sorry … ik, uhhh …’

 

‘Nee, joh. Jij was in onze groepje echt niet de mooiste. Wél degene met de meeste kapsones! Nog steeds eigenlijk.’  

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke