Het geluk van een vlag

esther goedegebuure

 

Als de iepen hun in vliesjes verpakte zaadjes los hebben gelaten en deze typisch Amsterdamse lentesneeuw van miljoenen dwarrelende schilfertjes bijna uit het straatbeeld verdwenen is, weet je dat het gauw tijd is voor iets anders dat het fietsen door de stad zo vrolijk maakt: de vlaggenparade.

 

 

 

Weinig vervult mij zo met ontroering als die uitbundig wapperende vlaggen, al dan niet samen met een tas of rugzak aan de stok. Dat gehesen rood-wit-blauw staat voor die explosie van trots. Voor dat bevrijdende gevoel, die unieke ontlading die onmiddellijk vrijkomt na dat ene telefoontje waarop het wachten zo tergend was. Voor die grijnzende jongens en meisjes, voor hun huilende vaders en moeders.

 

Ik weet nog precies hoe vederlicht en tintelend het voelde: nooit meer naar school! Eindelijk vrij! De wereld lag aan mijn voeten. Er wachtte een lange zomer van feestjes waarbij iedereen met iedereen bevriend was, of zo niet meer. Van een zelf bij elkaar verdiende interrail door Europa. Van het verheugen op die opwindende nieuwe fase van studeren en het huis uit gaan die voor me lag.

 

Ik hou van vlaggen. Op ons huwelijk wapperde er een reuzenexemplaar en op de dagen dat ik met baby uit het ziekenhuis naar huis kwam was ik iedere keer weer in tranen als ik die vlag in onze gevel gestoken zag. Vlaggen sieren de hoogtepunten van het leven.
Maar de beste vlagmomenten waren zonder meer de afgelopen twee jaar toen mijn jongens een voor een hun eindexamen haalden. Weken liet ik hem hangen, die vlag, blij met alle lieve meelevende blikken van voorbijgangers en hartelijke felicitaties van buurtgenoten die hij teweegbracht. Het is de prestatie van het kind maar als moeder voelt het toch ook een beetje alsof je zelf de finish hebt gehaald.

 

Precies die euforie die ik destijds zelf gevoeld had na mijn eindexamen zag ik de afgelopen twee zomers van mijn zonen afspatten. Alsof ze wekenlang licht gaven, ondanks dat ze zichzelf volledig uitputten door feestjes met bijbehorend drankgelach.
Samen met hun vrienden vlinderden ze door de stad. Proefden ze hun vrijheid, dat kon gelukkig ook. Want – alsof de goden met hen waren – werden De Maatregelen waar zij zo beperkt door waren geweest, tijdens die zomers na hun eindexamen net wat minder streng opgelegd.

 

Dit jaar even geen eindexamenkandidaat voor mij in huis, als het goed is zijn we pas over twee jaar weer aan de beurt. Gelukkig maar, want het gaat me allemaal veel te hard in het leven.

 

Wel ga ik genieten van al die trotse blije vlaggen in de stad die ook bij buitenstaanders dat unieke geluksgevoel los kunnen weken. Een gevoel van vrijheid en voldoening dat een mens blijkbaar nooit meer vergeet.

 

 

 

Door: Esther Goedegebuure