Herinneringen aan toneelscènes

 

Nog niet zo lang geleden refereerde ik aan mijn tijd als regisseur bij het (amateur)toneel, en mijn bijbaan als scènebegeleider voor audities en probleemaktes.

 

En toen kwamen er in mijn gedachten weer een hoop leuke gebeurtenissen bovendrijven. 

 

Zoals de herinnering aan S. die een dronken vrouw moest spelen, maar die de tongval maar niet onder de knie kreeg. We hadden die scène al veertig keer geoefend, en het beviel me voor geen meter hoe ze sprak. Je kon gewoon horen dat ze niet echt dronken was, en dat kan natuurlijk niet.

 

‘Stop iets in je mond’, adviseerde ik haar toen. Maar toen zat ze de hele tijd te slissen en te sabbelen op dropjes of te knarsen met pepermuntjes. Dat werkte dus ook niet.

 

Je moet iets in je mond doen dat jou irriteert en niet steeds kleiner wordt’, raadde ik haar toen aan. We gingen namelijk net even lekker, en je moet ook rekening houden met de andere spelers. Zodat zij het ook leuk blijven vinden en geen bloedhekel krijgen aan die ene scène die steeds maar weer over moet. Ik stuurde S. dus naar achter om iets nieuws te gaan halen voor in haar mond en startte alvast weer met de anderen. S. moest toch later in die scène komen binnenvallen, dus dan kon alles lekker smooth doorlopen.

 

En dat deed het! Iedereen zat er lekker in en S. kwam op het goede moment binnenwaggelen en leverde daarna subliem spel. Ze kampte duidelijk met ongemak, zoals een beschonken iemand vaak is aan te zien. Ze weten dan wel dat ze niet reageren zoals zou moeten, maar ze gaan toch door alsof er niets aan de hand is. S. ging dus zitten waar ze moest zitten – met haar historische pootje over – ze deed netjes het voor toneel zo belangrijke “hikken om het aan te dikken” en liet de anderen hun stille spel in alle rust uitvoeren.

 

En toen zou haar tekst moeten komen…

 

Maar er kwam niks.

 

In plaats daarvan zat S. wat benauwd te kijken en wachtte ze netjes op mijn ‘stop maar even’ en de vraag ‘waarom kom je nou niet met je tekst?’ En daarna volgende een hilarische scène die er helaas niet in kon blijven, maar waar ik nog vaak aan moet denken.

 

S. had namelijk een tampon in haar mond gestopt, maar wel het plasticje eraf gehaald, want dat leek haar vies. Vervolgens had ze nog iets gedronken, en toen stapte ze húp het toneel op.

 

En ja… wat gebeurt er dan? Dan zwelt dat ding dus op in je mond en komt er geen zinnig woord meer uit. Ze voelde het al toen ze opkwam, maar hoopte dat ze het net nog zou redden tot het eind van de scène.

 

Maar het ging razendsnel. Ze kon al snel niets meer zeggen, en voordat ze zou stikken op de planken kwam er een touwtje uit haar mond en trok ze onder grote hilariteit een enorme tampon uit haar mond.

 

En ik moet daar altijd aan denken als ik iemand zie die te veel gedronken heeft. Wat zal er nog meer komen, denk ik dan. Want S. hebben we uiteindelijk aan de bar gezet en laten ervaren wat er gebeurt als ze te veel drinkt in gezelschap van de mensen met wie ze de scène moest gaan spelen. Wij zouden op haar passen, en zij mocht helemaal los. En dat deed ze!

 

‘Ach wat!’ riep ze op een gegeven moment zelfs dapper in een bomvolle kroeg. En toen gooide ze, onder luid applaus, haar schouder- én behavullingen op de bar.

 

Tsja… en dat hebben we haar dus weer af moeten leren.

 

In de echte wereld greep ze daarna ook nog regelmatig dreigend naar haar schouders om aan te geven dat ze los zou gaan, maar voordat de kipfilets en tampons tevoorschijn kwamen, namen we haar dan maar snel weer mee naar huis. Want applaus is leuk, maar er zijn natuurlijk grenzen. 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke