Hebt u voor mij een potje Potverdorie?

 

Want potverdorie, dat is lekker!

 

 

Het was het opschrift op het potje dat mijn aandacht trok. Want dat doet Potverdorie, de aandacht trekken. Ik vroeg de meneer van Frank’s Smokehouse, waar ik zalm voor de kerst ging inslaan – Frank zelf in dit geval – wat dit nou weer was. Dit waren mensen die niet alleen predikten tegen voedselverspilling te zijn maar er ook echt iets tegen ondernomen hadden, zei Frank. En deze pruimen-gembervariant was to die for bij een stukje pittige kaas, op een beboterde beschuit of sneetje brood, door de yoghurt, de kwark, you name it. Ik kocht twee potjes van deze spread. Spread omdat het geen jam mag heten, duidde Frank.

 

Huh? Ja, want Potverdorie bevat veel te veel fruit om voor jam door te mogen gaan. Ik zocht het thuis op en inderdaad bestaat een potje Potverdorie uit 70% rijp Hollands fruit waar een potje jam volgens de wet 35% fruit mag bevatten om zich als zodanig te mogen noemen of 45% om voor een ‘extra jam’ of ‘extra confituur’ door te mogen gaan. Alles wat meer of minder fruit bevat mag dus in het algemeen geen jam heten.

 

Je moet er maar opkomen toch?

 

Zoals wel vaker had ik wel érg enthousiast ingekocht voor de kerst en bleven mijn potjes Potverdorie onaangeroerd totdat ik twee weken geleden platging met een klassiek geval van griep en nergens meer trek in had. Op dag drie – ‘je moet nu echt iets gaan eten!’ – kwam mijn man met beschuitjes met pruimenjam aan mijn bed. Hoewel… ‘Geen jam, maar dat andere.’ De volgende dagen leefde ik op volkorenbeschuitjes met gezouten roomboter en pruimen-gemberspread.

 

Toen was ik door de voorraad heen en omdat ik me nog niet opgeknapt genoeg voelde om richting Frank te kachelen, plaatste ik een online bestelling waarbij ik meteen een proefpakket van alle vijf de beschikbare smaken liet aanrukken. De mevrouw van Potverdorie kwam de bestelling persoonlijk afleveren – in dit geval omdat ik toevallig op de route woon, neem ik aan. Ik prees haar met dit heerlijke initiatief. Niet alleen maar roepen dat voedselverspilling een zonde is, maar massa’s Hollands fruit dat te rijp, te groot, te klein of te lelijk is om de schappen van de winkel te halen, verwerken tot zalige spreads, chutneys of geleien, zo goed en zo zoet dat er niet echt suiker bij hoeft.

 

Je moet er maar opkomen toch?

 

Door: Brigitte Bormans

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.

Afbeelding van Brigitte Bormans