Heb jij nog dromen?
Dat was het gesprek aan tafel met een stel vrienden.
Heb jij nog dromen? Dat was het gesprek aan tafel met een stel vrienden. Vroeger, toen we jong waren, hadden we aan dromen geen gebrek. De een droomde ervan om op haar dertigste ‘een ton en een turbo’ te verdienen. De ander wilde ‘helemaal binnengelopen’ zijn voor zijn veertigste. Maar er waren ook de zoetere dromen over een gezin met vier kinderen en een labrador, een man om altijd van te houden en romantische avondjes die tot in de hemel reikten. Het maken van eindeloos verre reizen, daarvan droomden we bijna allemaal. Net als van het hebben van een fijn huis en liefst nog een tweede voor de vakanties.
We droomden nog voluit en ongehinderd in die dagen. Want het leven was nog maakbaar, we konden alles krijgen of bereiken als we dat maar heel graag wilden, en beren op de weg waren er in het geheel niet. Maar hoe zat dat nu we allemaal zestigplus zijn? Dromen we nog steeds? We besloten er een rondje ‘nu ben jij’ van te maken. De eerste vriend die aan de beurt was, droomt ervan nog te promoveren – een plek is al gevonden en het promotieonderzoek is goedgekeurd. Hij moet het alleen nog wel even doen, zo luidt zijn droom. Vriendin één droomt er heel erg van om ooit weer gelukkig te worden in de liefde en vriendin twee droomt ervan om minder te gaan werken en meer van het leven te gaan genieten. Want dat genieten, dat is zowaar een kunst, zo hebben de jaren haar inmiddels bijgebracht. Een kunst die ze niet bijster goed beheerst, waardoor ze er nog ongebreideld over kan dromen.
En toen was ik. En ik moest zo diep nadenken dat ik mijn man voor liet gaan. ‘Simpel,’ zei die. ‘Als ik mag houden wat ik heb, is dat op zich al een droom die uitkomt. En onze kleindochter Nederland laten zien, dat staat nog wel op mijn verlanglijstje.’ Nu we ook zo mochten dromen, wist ik het ook wel. Want ik zou ook heel graag willen houden wat ik al heb en toevallig wil ík mijn kleindochter kennis laten maken met klassieke muziek en kunst zodra ze daar de leeftijd voor heeft – beide kreeg ik zelf niet mee in mijn opvoeding. Het Concertgebouw heeft een uitgebreide programmering voor kinderen en bij het Rijksmuseum zijn er regelmatig workshops. En als we dan toch bezig zijn en in het geval dat mijn kleindochters huidige liefde voor paardjes standhoudt, dan wil ik ook met haar naar paardrijden. Want ik heb laatst een manege naar mijn hart ontdekt. Een manege die klinkt als een droom.