Hanna barstte bij de kapper spontaan in huilen uit

“Het geluk van die twee mensen confronteerde me keihard met mijn eigen verdriet.”

“De vrouw straalde zichtbaar. Haar haar was net geknipt en ze was er ‘hartstikke super blij’ mee, zei ze. Ik zat te wachten totdat ikzelf aan de beurt zou zijn en het liep zoals altijd een beetje uit. De stralende vrouw pakte haar telefoon. ‘Ik ben zo ontzettend blij! Het is best wel kort hoor, maar zo mooi! Ja? Oh fijn, dan zie ik je zo.’ Ik zat nog steeds te wachten toen, wat haar man leek te zijn, binnenkwam. Hij pakte zijn vrouw bij haar schouders om haar goed te kunnen bekijken. Ook hij vond het prachtig. ‘Mooi, lieverd! Pas maar op, want zo blijf ik eeuwig verliefd op je.’ Hij gaf haar een zoen en zei dat ze nu samen even een terrasje zouden pakken want een biertje ging er wel in.

Iedereen lachte. Ik eerst ook. Totdat het gemis me overviel. Mijn eigen man was toen al een jaar dood, maar het went natuurlijk nooit om je maatje voor het leven te moeten missen. En deze mensen waren zo goed samen dat ze ongetwijfeld ook maatjes voor het leven waren. De tranen kwamen zo snel opzetten dat ik er zelf door overvallen werd en niet eens mijn hoofd afwendde. Iedereen werd stil en keek naar me. Ik stamelde een paar keer ‘sorry’. De mevrouw met het nieuwe kapsel kwam op me toe lopen. Ze had meteen door wat er gebeurde.

‘Nare herinneringen, schat?’ Ik knikte en zei voor de zoveelste keer sorry omdat ik me schaamde. ‘Je mist je eigen man?’ Snotterend knikte ik nog een keer. De vrouw legde haar hand op mijn schouder.

‘Je moet nooit de hoop verliezen, lieverd,’ zei ze. ‘Ik weet precies waar je doorheen gaat hoor. Hij – ze wees naar haar man – is mijn tweede man. We kennen elkaar nog niet eens lang. Hij was net als ik alleen. Hij had zijn vrouw aan kanker verloren en ik mijn man. Daar konden we goed samen over praten. We zaten allebei bij zo’n lotgenotengroepje, vandaar. Van het een kwam al doende het ander. Dus ik wil maar zeggen: nooit de hoop verliezen. Op een dag voel je je weer beter en wie weet.’ Ze trok me overeind om me een knuffel te geven.

Haar woorden hadden me tot in het diepst van mijn ziel geraakt. In de dagen daarna ging ik steeds meer geloven dat het leven inderdaad nog niet over hoefde te zijn en op een gegeven moment ging ik zelfs voelen dat het weer goed zou komen. Ik heb nog overwogen om ook een lotgenotenvereniging op te zoeken, maar ik dacht dat dat niet heel erg bij mij zou passen. Ik heb zelfs een datingsite overwogen, maar voordat ik daar uit was, kreeg ik op een dag een vriendschapsverzoek op Facebook van een oude schoolvriend van vroeger. Misschien konden we een keer een kopje koffie drinken, stelde hij voor. Dat hebben we inmiddels gedaan. We zijn ook gaan eten en wandelen en hebben samen een museum bezocht. Verliefd ben ik nog niet. Wie weet komt dat nog. Voorlopig vind ik het fijn om samen ervaringen uit te wisselen en elkaar gezelschap te houden.

Via de kapper heb ik de stralende mevrouw laten weten dat het stukken beter met me gaat. De kapper liet weten dat ik dat volgens die mevrouw ‘hartstikke verdiend’ heb en dat ik er maar gewoon van moet genieten.”

 

Hanna’s naam is gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.

Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.

Door: Redactie Franska.nl

Afbeelding van Redactie Franska.nl