Gun die supermarktmedewerkers ook een fijne dag

irma laptop

 

Waarom zou je de controle bij de zelfscan weigeren? Bij de kassa laat je toch ook je tas zien?

 

 

 

 

 

 

Mijn tijdlijn op Facebook loopt er vol mee: de oproep om controles bij de zelfscankassa te weigeren en gewoon door te lopen. ‘Want we willen mensen en geen robots.’ Maar zo’n zelfscan is toch supersnel en praktisch?

Als íemand zo’n controle mag weigeren ben ik het wel. Negen van de tien keer ben ik de pineut en worden mijn boodschappen gecontroleerd. Een beetje irritant, ja, dat is het wel. Maar hé, zo’n medewerker doet toch ook gewoon zijn werk?

Tijden veranderen nu eenmaal. Bij de benzinepomp word je ook niet meer geholpen door een pompbediende die voor jou de benzine tankt en je ramen snel even schoonmaakt. Daar zijn we allang aan gewend. In het openbaar vervoer koop je je kaartje bij een automaat in plaats van bij het loket, geld haal je uit de muur of pin je via je telefoon, in plaats van bij een bankbediende.

Wordt het daarom onpersoonlijker? Ja, wel een beetje. Maar ook sneller en makkelijker. En efficiënter, want veel zaken hebben in deze tijd moeite met personeel aantrekken.

Heb je iets tegen een zelfscankassa, dat kun je nog steeds achteraan aansluiten bij de kassa. Kun je een praatje maken, zegels voor veel te dure pannen sparen en als de kassajuf het vraagt even je tas laten zien. Kies je wel voor de zelfscan, dan weet je dat er een controle kan volgen. Omdat er nou eenmaal mensen zijn die de kroketten of rookworst zonder betalen proberen mee te smokkelen.

 

Ik vraag me af hoe mensen dat weigeren en doorlopen, zoals de oproep luidt, in praktijk willen doen, want bij mijn supermarkt is doorlopen geen reële optie. De controle komt voordat je moet betalen, nog voordat je een bonnetje krijgt waarmee je naar buiten kan. Dan zou je dus zonder betalen door het hekje moeten stormen. Ik denk niet dat je daarmee wegkomt.

Dus beter gewoon even meewerken en niet zeuren, dan hebben die supermarktmedewerkers ook een prettige werkdag.

 

 

 

Door: Irma van Schaijk