Nu weer een beetje te donker

 

 

Ik ben eruit waarom ik niet aan het grijs wil. Het is prachtig. Bij sommige mensen. Van die geluksboffers. Jaja, dat is ineens ook een woord. Betekent namelijk dat je dubbel geluk hebt gehad bij het verdelen van de haar-genen. Ik bedoel hier dus vrouwen die een mooie kleur grijs van zichzelf hebben.

 

En dan heb je ook die modieuze types die het in een prachtige kleurschakeringen grijs laten verven. En het dan nog lang dragen ook, zonder eruit te zien als een overjarige hippie. Zoals de vrouw van Rob Peetoom. Glanzend en prachtig. Alsof ze achttien is. Een plaatje!

 

Maar ik? Nee, Ik heb nu definitief besloten dat het nog minstens tien jaar uitgesteld dient te worden bij mij. Niet dat het er nu uitziet of zo hoor. Al gooi ik er twaalf potten crème, masker en andere spullen in, het blijft modelletje plumeau. Totdat er een serieuze visagiste-haarstylist mee bezig is geweest. Een uurtje of zo. Maar ja, dan zou die dus bij mij in huis moeten komen wonen.

 

En weet je bij wie ik grijs haar ook heel erg mooi vind? Zal je misschien vreemd vinden, maar bij van die jonge meiden (pakweg nét in de dertig) kan het er prachtig uitzien. Je ziet het af en toe op foto’s in bladen of op de catwalk. Fantastisch. Helemaal hip. Dat soort beelden brengen me dan weer een beetje aan het twijfelen, totdat ik dan ineens in de spiegel zie dat ik helemaal geen dertig ben.

 

En of m’n kleur nu zo goed is? Nou nee, niet bepaald… En ook nog eens helemaal m’n eigen schuld, want de kapster wilde het niet verven, die pluizige toef bovenop, want de kleur was goed, zei ze. Maar ik heb haar gedwongen, want het zag er niet uit. Moet je nu komen. Veel te zwart. Onecht gewoon. ik kan dus voorlopig niet op de foto. Eigen schuld.

 

Maar grijs? Nee. Echt niet. Gaat ’m niet worden.

 

 

Door Franska

Fotografie portret: Esmée Franken. Visagie: Charlotte van Gulik, Haar: Isabella Greuter