‘Goh, dan zal je wel eenzaam zijn’

marianne

 

Elke maandagavond hijs ik mezelf braaf op de yogamat.

 

 

 

 

Mijn lichaam vindt al dat rekken en strekken héérlijk en ik ben leniger dan ik ooit had durven dromen. En dan de allerbelangrijkste reden waarom ik in de auto stap, ook als ik na een lange dag werken totaal geen zin heb (wat vaak het geval is): de yogales is altijd één grote gezellige bende.

 

Onze yogajuf maakt aan de lopende band hilarische grappen en alle mensen in de groep zijn een beetje rebels. Er wordt gelachen en we nemen elkaar graag op de hak. En ondertussen zijn we bezig met ons lichaam. Best een goede combinatie!

 

‘Denk aan een persoon van wie je houdt’

We waren bezig met hartopeners en wat is een makkelijke ingang voor het hart? Precies: liefde. Ik ben, zoals jullie vast weten, gék op cavia’s. Zodra ik ’s morgens beneden kom, wandel ik meteen naar het hok om die wollige kinders gedag te zeggen. Vaak zijn ze dan nog slaperig en wordt er uitgebreid gegaapt en gerekt.

 

Op zo’n moment is mijn dag al goed, ik vind dat zó schattig dat ik bijna smelt. Dus opperde ik in de yogales: ‘Of je denkt aan een dier.’ Mijn yogajuf keek me meewarig aan en zei: ‘Ach, wat eenzaam!’ Eenzaam? Even volgde ik haar niet.

 

Liefde voor dieren is zo’n gemakkelijke ingang voor mij

Dat heb ik altijd al gehad. Ik ben opgegroeid met katten. Toen ik acht jaar oud was, kwamen daar de cavia’s en de paarden bij. Als jong grietje kon ik al uren vol liefde naar dieren kijken en met ze knuffelen. Bij sommige mensen gaat dat weg of wordt het minder als ze ouder worden, maar bij mij niet.

 

Dieren zijn zo puur, ze hebben geen dubbele agenda. Ik hou van ze. Dus waarom zou het eenzaam zijn als ik makkelijk bij mijn hart kom als ik aan, bijvoorbeeld, cavia Lena denk? Maar dan snap ik wat de yogajuf bedoelt. Alsof ik geen mensen in mijn leven heb door wie direct mijn hart opengaat. Als in: jij hebt geen partner of kinderen aan wie je als eerste denkt.

 

Bij mij werkt dat anders en toch voel ik me een moment lullig

Alsof ik ‘dan maar de dieren uitkies’. Ben ik eigenlijk eenzaam? Mis ik een partner? Hier gaat natuurlijk totaal de oefening niet over, maar ik kom even vast te zitten in mijn eigen hoofd. Ben ik op weg wat ze noemen ‘een kattenvrouwtje’ te worden?

 

Nee. Dat is wat ik plotseling van binnen heel stevig voel. Ik heb ontzettend veel lieve en leuke mensen in mijn leven. Een fijne familie, een paar echt trouwe vrienden die ik midden in de nacht kan bellen en daarbuiten ook nog een stevige ring aan mensen met wie ik een heerlijke klik heb en altijd veel plezier maak. O ja, en ik vind mezelf ook erg fijn gezelschap. Dus eenzaam, sneu of weet ik wat, nee, absoluut niet.

 

Nu ik erover nadenk, prijs ik mezelf gelukkig. Ik kan zo diep liefhebben, het maakt voor mij niet uit of je miauw of hallo zegt!

 

Door: Marianne ter Mors